Italica (9 km ten noordwesten van Sevilla)
werd in 206 v.Chr. door
P. Cornelius Scipio gesticht
en met veteranen bevolkt. Het werd een
vicus civium Romanorum, sinds de tijd van Caesar
was I. een municipium, sinds Hadrianus een colonia.
Deze promotie was niet vreemd omdat uit Italica zowel keizer
Trajanus
en Hadrianus
kwamen. Hier lagen legio VII
en de cohort III Gallicus in garnizoen. Aan de archeologische resten
(vooral het grote amphitheater) te zien was Italica belangrijk. Ten zuiden van het amphitheater zijn in de Nova Urbs opgravingen verricht en vele huizen met mozaïeken ontdekt, bovendien thermen en een Traianeum. In het stadje Santiponce (het zuidoosten van de oude stad) liggen het theater en de kleine thermen.
I. voerde olijfolie uit en had steengroeves. In de tijd van de
West-Goten (584 nC) was Italica een vesting en bisschopsstandplaats.
Het werd na 711 verwoest.