Malis (Μαλίς, ionisch-attisch
Μηλίς), landstreek in
Midden-Griekenland, gelegen aan weerszijden van
de monding van de Spercheus en langs de noordkust
van de Golf van M. Aanvankelijk
was Trachis - ten zuiden van de Spercheus - de
hoofdstad van M., maar deze stad had in de 5e eeuw
vC veel te lijden van de naburige Oetaeërs, totdat
de Trachiniërs in 426 vC de hulp van de Spartanen
inriepen, die haar naar een beter punt verplaatsten
en Heraclea Trachinia doopten. Doordat de
zuidelijke helft van M. sindsdien deels in handen van
de Oetaeërs was deels tot het in de hellenistische tijd
fel omstreden gebied van Heraclea behoorde, zag
M. in de volgende eeuwen zich beperkt tot zijn gebied
ten noorden van de Spercheus; de vesting
Lamia werd de nieuwe hoofdstad. Van ca. 250 tot
189 vC behoorde M. tot de aetolische bond,
vervolgens deelde het de lotgevallen van Thessalië,
waartoe het ook in de keizertijd steeds gerekend
werd.
De Maliërs waren een van de twaalf stamverbanden
die de pylaeïsch-delphische
amphictyonie vormden,
waarvan de zetel vóór de 7e eeuw vC in het Demeterheiligdom
van Anthela in het zuidoosten van
M., dicht bij de Thermopylen,
gevestigd was.
Lit. Inscripties in IG 9, 2 (ed. O. Kern, 1908) nrs. 60-93. F. Stählin (PRE 14, 900-905). Philippson/Kirsten 1, 334-338. F. Stählin, Das hellenische Thessalien (Stuttgart 1924) 212-219. Y. Béquignon, La vallée du Spercheios, des origines au IVe siècle (Paris 1937). [Nuchelmans]