Paestum (Ποσειδωνία), stad op de westkust van
Lucanië,
ca. 75 km ten zuidoosten van Napels.
Door de traditie aan de
Argonauten
onder Iason
toegeschreven, had de stichting in
werkelijkheid plaats ca. 700 vC, toen een groep
achaeïsche kolonisten uit het zuiditalische
Sybaris
er de volksplanting Ποσειδωνία vestigde. De
oudste archeologische vondsten in de stad gaan
evenwel niet verder terug dan ca. 600 vC. P. bleef
betrekkingen onderhouden met zijn moederstad, na
welker verwoesting (510 vC) sybaritische vluchtelingen
zich als nieuwe burgers in P. vestigden.
Ca. 400 vC werd de stad door de Lucaniërs
onderworpen; dezen gaven haar de inheemse naam
Paistom terug en handhaafden er zich tot hun definitieve
onderwerping aan het romeinse gezag in het
begin van de 3e eeuw vC. In deze periode bloeide in
P. een belangrijke ceramische industrie, die de
typische Vasi Pestani vervaardigde en exporteerde.
In 273 vC maakten de Romeinen van de stad een
colonia Latina, die Rome tijdens de tweede punische
oorlog trouw steunde. P. bleef de hele keizertijd
een welvarend handelscentrum, maar raakte op
het eind van de oudheid in verval. Toen saraceense
zeerovers in de 9e eeuw de laatste bewoners hadden
verdreven, werden de ruïnes steeds verder door
moeras en vegetatie aan het oog onttrokken, totdat
ze in 1750 bij de aanleg van een weg werden herontdekt.
Opgravingen hebben sindsdien het grootste
deel van het centrum blootgelegd en grondig onderzocht.
De antieke stad, die op een rotsplateau ligt en
daardoor weinig van aardbevingen geleden heeft, heeft
de vorm van een onregelmatige zeshoek. Van de uit
isodome blokken opgetrokken stadsmuren, die een
omtrek van bijna 5 km hebben en in hun huidige
vorm uit de 4e eeuw vC dagtekenen, is het hele
verioop goed bewaard. Het stadsgebied wordt van
oost naar west doorsneden door drie grote straten,
waartussen een groot aantal loodrecht daarop staande
straten langwerpige huizenblokken van ca. 35 x
300 m afbakenen.
In het centrum van de stad ligt het forum,
ongetwijfeld op dezelfde plaats als de griekse agora;
bewaard zijn hier o.a. de italische tempel (Capitolium),
het comitium en wellicht een gymnasium en
een markthal. Ten zuiden van de agora ligt het
heiligdom van Hera met twee peripterale dorische
tempels.
De meest zuidelijke (Hera-tempel I, vroeger
voor een basilica gehouden), met 9 x 18 zuilen
(24,5 x 54,3 m), dateert uit ca. 550 vC en heeft ook
een rij van acht zuilen in de as van de cella voor
het adyton: de tweede (Hera-tempel II, vroeger aan
Poseidon toegeschreven), met 6 x 14 zuilen (24,3 x
59,9 m), dateert uit ca. 450 vC en is een van de
best bewaarde monumenten in P.
Ten noorden van
de agora staat de tempel van Athena (vroeger Cerestempel
genoemd), die ca. 500 vC gebouwd werd en
ionische invloeden vertoont (6 x 13 zuilen, 14,5 x
32,9 m). In de nabijheid werd een onderaards heiligdom
uit de 6e eeuw vC gevonden, dat blijkens een
inscriptie aan de nimfen was gewijd. Bij recente
opgravingen zijn ook een tiental huizenblokken
blootgelegd.
Ca. 10 km ten noorden van P., aan de monding van de Silaris (thans Sele) lag een ander vermaard Heraheiligdom, waar sinds 1934 systematische opgravingen zijn verricht. Van de archaïsche tempel is slechts het stilobaat over. Van een 'schathuis' (Thesaurus I) zijn een dertigtal prachtige archaïsche metopen (ca. 550 vC) teruggevonden, die onder meer daden van Heracles en taferelen uit de trojaanse sagenkring weergeven.
In het museum van P. zijn de talrijke vondsten
tentoongesteld, waaronder de juist genoemde metopen
en de onlangs (1968-1970) ten zuiden van de stad
gevonden schilderingen uit het griekse 'Graf van
de duiker' (ca. 480 vC) en uit lucaanse graven.
Lit. H. Riemann (PRE 22. 1230-1254). P. Zancani Montuoro (EAA 5, 829-840; Suppl. 1, 571-576). - A. D. Trendall, Paestan Pottery (Rome 1936). F. Krauss, P. Die griechischen Tempel (Berlin 1941). P. Sestieri, P. (Rome 1950, 1968; ook in franse, duitse en engelse vertaling). F. Krauss, Die Tempel von P. 1, 1. Der Athenatempel (Berlin 1959). M. Napoli, P. (Novara 1970). Id., Il museo di P. (Cava dei Tirreni 1970). Ld., La tomba del Tuffatore (Bari 1970). Over het heiligdom aan de Sele: B. d'Agostino (EAA 7, 157-168). - P. Zancani Montuoro/U. Zanotti Bianco, Heraion alla foce del Sele 1-2 (Rome 1951-1954). M. Napoli, Le metope arcaiche del Thesauros dell' Heraion del Sele (Bari 1963). E. Greco/D. Theodorescu, Poseidonia-Paestum 1. La Curia, 2. L'Agorà (Paris 1980-1983). [J. A. de Waele]