Lucanië (latijn Lucania), bergachtige landstreek in
het westen van Zuid-Italië, die zich uitstrekte
tussen Campanië,
Samnium,
Apulië en het schiereiland
der Bruttii, in het zuidoosten door de Golf
van Tarente, in het zuidwesten door de Tyrrheense
Zee werd bespoeld; sinds de middeleeuwen Basilicata,
thans weer meestal Lucania genoemd.
De oudste bekende inwoners van dit gebied waren Oenotriërs en Chones, wier etnische identiteit niet met zekerheid kan worden vastgesteld. In de 7e, 6e en 5e eeuw vC stichtten Grieken langs de vruchtbare kust van L. een aantal kolonies, o.a. Elea, Heraclea, Posidonia, (Pyxus/Buxentum), Scidrus, Siris, Sybaris en Thurii. Vanaf ca. 420 vC drongen vanuit het noorden Lucaniërs, een oskisch-sprekende en met de Samnieten verwante stam, het naar hen genoemde L. binnen, ondenvierpen de inheemse bevolking en zelfs enkele griekse steden, o.a. Posidonia (390), dat sindsdien Paestum heette; de voornaamste van hun eigen nederzettingen waren Grumentum, Atina en Potentia.
In de 4e eeuw vC voerden de Lucaniërs vele wisselende gevechten tegen de griekse steden van L. en tegen Tarente, totdat ze door deze laatste stad met behulp van Alexander van Epirus (334-331) en in 303 met behulp van de Spartaan Cleonymus verslagen werden. Inmiddels hadden ze een verbond met Rome gesloten. In het begin van de 3e eeuw braken er echter langdurige vijandelijkheden tussen Rome en L. uit, die leidden tot de volledige onderwerping aan het romeinse gezag; de eerste romeinse kolonie in L. werd Paestum (colonia Latina, 273). Deze strijd en de tweede punische oorlog ruïneerden het land volledig; in de keizertijd was het in handen van een paar grootgrondbezitters die in het grotendeels ontvolkte gebied veeteelt lieten bedrijven.
Sinds keizer Augustus
vormde L. samen met Bruttii
de regio III Italiae.
Lit. E. Honigmann (PRE 13, 1541-1552). A. D. Trendall (EAA 4, 701-705). - E. Magaldi, Lucania romana (Rome 1947). [Nuchelmans]