Iason (Ἰάσων), van Iolcus, legendarische zoon van koning
Aeson. Diens halfbroer Pelias
had zich wederrechtelijk
van de troon meester gemaakt en I. groeide
op bij de centaur Chiron. Volwassen geworden
begaf hij zich naar Pelias om zijn rechten op te eisen.
Pelias was echter door een orakel gewaarschuwd
voor een man met slechts één sandaal aan en voor
een afstammeling van
Aeolus. Omdat I. een achterkleinzoon
van Aeolus was en onderweg een sandaal
verloren had, trachtte Pelias zich van hem te ontdoen.
Hij beloofde zijn neef de troon, mits deze erin
slaagde in Colchis
het gulden vlies te bemachtigen.
Dit was de aanleiding tot de tocht van de
Argonauten,
waarvan I. de leiding had. Hij maakte zich
van het vlies meester met de hulp van de colchische
koningsdochter Medea, die hij huwde, maar van
wie hij zich, teruggekeerd in Griekenland en uit
Iolcus naar
Corinthe gevlucht, toen Pelias zijn
woord niet hield en daarom door Medea gedood
was, op lage wijze ontdeed.
Lit. Ovidius, Metamorfosen 7, 1-403. K. Seeliger (Roscher 2, 63-88).
O. Jessen (PRE 9, 759-771). Zie verder s.v.v. Argonauten
en Medea. [Nuchelmans]