Phaselis (Φασηλίς) was oorspronkelijk een Phoenicische nederzetting,
maar in de 7e eeuw vC werd door de Grieken uit Lindos op Rhodus hier
op de oostkust van Lycië een kolonie gevestigd.
Door de afgesloten ligging ten opzichte van het achterland, het
gebrek aan vruchtbaar land en de gunstige ligging aan zee werd P.
al in de 6e eeuw een welvarende handelsstad. In deze eeuw werd P. ook
in het Perzische Rijk opgenomen; pas in de 5e eeuw werd de stad door
de veldtochten van Cimon (466) weer vrij. P. sloot zich toen bij
de Attisch-Delische Zeebond. Gedurende de 4e eeuw bleef P. zelfstandig,
maar in de hellenistische tijd raakte P. onder de invloed van de
Ptolemaeën.
In de 1e eeuw vC. schakelden de Romeinen de vloot
van Rhodus uit en dat had als gevolg dat in Klein-Azië zeer
veel zeeroverbendes ontstonden, waar P. tenslotte een prooi van werd.
De Romeinse proconsul P. Servilius greep in en veroverde Phaselis (na 79 vC (zijn consulaat!));
de stad werd bij de verovering zwaar beschadigd en kwam nooit meer
tot grote bloei, al noemde Strabo (14, 666) de stad nog de moeite waard.
Zoals gebruikelijk was er een grieks theater, dat later door de Romeinen aangepast werd. Ook een thermengebouw en een aquaduct onbreken niet.