Servilius

Servilius, naam van een oude, uit Alba Longa afkomstige romeinse gens, die verscheidene families omvatte. De bekendste Servilii zijn de volgende:

munt(1) Gaius Servilius Ahala zou, volgens de overlevering, in 439 vC met een onder zijn oksel (lat. ahala) verborgen dolk Maelius, die naar de alleenheerschappij streefde, gedood en zo het land gered hebben. Volgens een oudere lezing zou hij weliswaar in opdracht van de senaat, maar toch als particulier en dus onwettig gehandeld hebben. Later heette het dat hij optrad als magister equitum tijdens de tweede dictatuur van Cincinnatus en dat hij uit zijn ondankbaar vaderland verbannen werd.

De historiciteit van het op een aetiologische mythe lijkende verhaal wordt sterk betwijfeld. Het motief van de tirannenmoord en de redding van de vrijheid was een geliefd propagandistisch thema vooral in woelige tijden als die van de Gracchen en van Sulla. Het zou ook Marcus Brutus, afstammeling van de gens Servillia en een van de moordenaars van Caesar, geinspireerd hebben.


Lit. F. Münzer (PRE 2A, 1768-1771).


(2) Gaius Servilius Glaucia, een man van lage afkomst, was aanhanger van Saturninus en leider van de populares ten tijde van de opkomst van Marius. Zijn manier van spreken maakte hem geliefd bij het volk en tot een succesvol demagoog. Als volkstribuun (104 vC?) verwierf hij bovendien de steun van de equites, doordat zijn lex de repetundis hun de jury-rechtspraak teruggaf. Als praetor (100) steunde S. de politiek van Marius. In strijd met de wet die dit verbood stelde hij zich zonder tussenpauze candidaat voor het consulaat van 99. Dit stuitte op verzet. Toen ook nog Servilius' mededinger Memmius vermoord werd, braken er grote wanordelijkheden uit, zodat de senaat zich gedwongen zag de noodtoestand af te kondigen. Marius als consul moest wel de vereiste maatregelen treffen; hierbij vond S., samen met Saturninus, de dood.


Lit. F. Münzer (PRE 2A, 1796-1798). - J. P. Balsdon, The History of the Extortion Court at Rome 123-70 B.C. (Papers of the British School at Rome 1938, 98-114). H. B. Mattingly, The Extortion Law of S. Glaucia (Classical Quarterly 25, 1975, 255-263).


(3) Publius Servilius Vatia Isauricus (134-44 vC), romeins politicus en veldheer, bestuurde na zijn praetuur (90?) Sardinië of Africa en vierde in 88 een triomf. Na in 87 als Sulla's candidaat bij de consulsverkiezingen gefaald te hebben, ging hij met deze naar het Oosten. Teruggekeerd in Italië leed hij als generaal van Sulla (83-81) een nederlaag tegen Marius bij Ariminum. Voor zijn overwinning echter op de aanhangers van Cinna bij Clusium werd hij beloond met het consulaat voor 79. Als proconsul van Cilicia (78-74) voerde hij een correct bewind.

Voor zijn succesrijk optreden tegen de zeerovers aan de zuidkust van Klein-Azië ontving hij de eretitel Isauricus en een tweede triomf. De oorlog tegen Mithridates VI belette hem echter zijn werk te voltooien Nadien zette S. zich in Italië als invloedrijk politicus in voor het verlenen van het opperbevel tegen Mithridates aan Pompeius (66). Ook ijverde hij voor de terugroeping van Cicero, wiens belangrijk raadgever hij was, uit de ballingschap (57). Publius Clodius vond in hem een verwoed tegenstander. Ofschoon S. in 63 de strijd met Caesar om het ambt van pontifex maximus verloor, werkte hij nadien te zijnen gunste. Als censor (55) herstelde hij na een rampzalige overstroming de Tiberkaden en reguleerde hij de rivier.


Lit. F. Münzer (PRE 2A, 1812-1817). - H. A. Ormerod, The Campaigns of S. Isauricus against the Pirates (JRS 12, 1922, 35-56, 287). E. Badian, Notes on Provincial Governors from the Social War down to Sulla's Victory (Proceedings of the African Classical Association 1, 1958, 1-18). J. Suolahti, The Roman Censors. A Study on Social Stucture (Annales Academiae Scientiarum Fennicae B 117, Helsinki 1963) 480-483.


(4) Publius Servilius Isauricus, zoon van bovengenoemde Servilius, werd geboren in 90 vC en huwde met Iunia, een nicht van Cato minor, wiens partij hij aanvankelijk was toegedaan. De praetuur bekleedde hij in 54. Na in 50 de zijde van Caesar te hebben gekozen was hij in 48 diens collega in het consulaat; het oproer van Marcus Caelius werd door hem bedwongen.

Als gouverneur van Asia voerde hij een zegenrijk bewind (46-44); bekend is uit deze periode zijn correspondentie met Cicero. Na de moord op Caesar schaarde S. zich aan de zijde van Octavianus, die zich met zijn dochter Servilia verloofde. Servilius' consulaat in 41 vC gold als compensatie voor het feit dat Octavianus na de totstandkoming van het tweede driemanschap (november 43) Servilia verstootte en zich met Antonius' jeugdige stiefdochter Clodia verloofde. In het bellum Perusinum (Perusia) ging S. met zijn gewone voorzichtigheid te werk.


Lit. F. Münzer (PRE 2A, 1798-1802).


(5) Publius Servilius Casca Longus was, evenals zijn broer, een van de samenzweerders tegen Caesar. Op 15 maart 44 zou hij op het afgesproken teken de dictator de eerste dolkstoot hebben toegebracht. In 43 vC was hij volkstribuun. Nadat hij zich genoodzaakt had gezien Rome te verlaten, sloot hij zich aan bij Marcus Brutus. Na de slag bij Philippi (42) zouden de beide broers zich het leven hebben benomen.


Lit. F. Münzer (PRE 2A, 1788v). [A. J. Janssen]


Lijst van Namen