Clodia, tweede dochter van de Appius Claudius
Pulcher die in 79 vC consul was, zuster van de beruchte
Publius Clodius en van
Appius Claudius Pulcher,
echtgenote van Quintus Caecilius Metellus Celer.
Reeds voor diens dood in 59 vC
was Clodia de meest betoverende en tevens de meest
zedeloze vrouw van de romeinse aristocratie; voor
geen enkel schandaal deinsde ze terug.
Catullus
was een tijd lang (61-58?) hevig verliefd op Clodia, die
hij onder de naam Lesbia in talrijke gedichten bezong.
In 58 werd zij de geliefde van Marcus Caelius Rufus.
Toen deze zijn verhouding met Clodia verbrak, deed
ze hem een proces aan. Cicero nam de
verdediging van Caelius op zich en schildert in zijn
Pro Caelio (56 vC) de quadrantavia (stuiverhoer), zoals
zij in Rome algemeen genoemd werd, in levendige kleuren.
Lit. F. Münzer (PRE 4, 105-107). [Nuchelmans]