Samothrace

kaartSamothrace (Σαμοθρᾴκη), bergachtig eiland in het noordoosten van de Aegeïsche Zee, gelegen voor de kust van Thracië, waarmee zijn oudste, voorgriekse, taal en cultuur nauw verwant lijken. De totale oppervlakte bedraagt ca. 180 km². In de 8e eeuw vC werd S. door kleinaziatische Grieken, waarschijnlijk Aeoliërs, gekoloniseerd. In de 5e en 4e eeuw maakte het deel uit van de beide attische zeebonden;,sinds de inlijving bij het Romeinse rijk (167 vC) was het een civitas libera. De antieke stad S., waarvan de stadsmuren goed bewaard zijn, lag aan het westeinde van de noordkust. S. genoot grote bekendheid door het heiligdom van de voorgriekse Cabiren, dat ten westen van de stad in een bergkloof lag en vooral in de hellenistische tijd druk bezocht werd. Over de mysteriën zelf is weinig bekend; de cultustaal was nog in de 1e eeuw vC thracisch.


De oudste kern van het heiligdom was een voorgrieks altaar, dat in de 7e eeuw werd opgenomen in een rotsheiligdom. Hierboven werd ca. 285 vC een rond marmeren gebouw van 20 m doorsnede opgetrokken op kosten van koningin Arsinoë II.

anaktoronTen noorden hiervan lag de inwijdingszaal van 27 x 11,5 m, het anaktoron, dat uit de 6e eeuwvC dagtekent. Hier kreeg men de 1e graad in de mysterieën, de Myesis.
hieronDe hoogste graad van de inwijding verkreeg men in het hieron (40 x 13 m), een langgerekte marmeren dorische tempel, die 100 m zuidwaarts lag en in de 2e eeuw vC voltooid werd.
nikeTen westen daarvan lag een kleine stoa, waarin de votiefgaven werden opgehangen, voorts het altaar en een theater. In een bron ten zuidwesten van het theater werd in 1863 de beroemde Nike van S. gevonden (thans in het Louvre te Parijs). De 80 m lange stoa ten westen van het theater dateert uit ca. 200 vC. In de 19e eeuw zijn franse en oostenrijkse expedities op S. werkzaam geweest, sedert 1939 groef er een amerikaanse missie onder leiding van K. Lehmann. In het plaatselijk museum zijn de vondsten tentoongesteld.


Lit. Inscripties in IG 12, 8 (Inscriptiones insularum maris Thracici ed. C. Fredrich, 1909) 150-260, Supplementum (1939) 344-346. - C. Fredrich (PRE 1A, 2224-2226). K. Lehmann (EAA 6, 1102-1107). Philippson/Kirsten 4, 213-218. Kirsten/ Kraiker 645-655. - A. Conze e.a., Archäologische Untersuchungen in Samothrake 1-2 (Wien 1875-1880). K. Lehmann, S., A guide to the excavations and the museum (Locust Valley NY 1975). K. Lehmann/Ph. Williams Lehmann edd., S. Excavations conducted by the Institute of Fine Arts, New York University (New York): 1. The Ancient Literary Sources (N. Lewis, 1958); 2. The Inscriptions (P. M. Fraser/K. Lehmann, 1960); 3. The Hieron (Ph. Williams Lehmann, 1969); 4,1 The Hall of Votive Gifts (K. Lehmann, 1962); 4,2 The Altar Court (K. Lehmann/D. Spittle, 1964). D. Lazaridis, S. and its Peraia (Athene 1971). S. G. Cole, Theoi Megaloi. The cult of the great gods at S. Leiden 1982). P. W. Lehmann/D. Spittle, S. Excavations conducted by the institute of Fine Arts,New York University (New York 1982). [J. A. de Waele]


Kaart