Arsinoë

Arsinoë (Ἀρσινόη), naam van de echtgenote van Lagos en moeder van Ptolemaeus I Soter, die door drie koninginnen van Egypte en een prinses werd gedragen.

(1) Arsinoë I, dochter van Lysimachus, koning van Thracië, werd wegens politieke belangen ca. 281 vC aan een prins van Egypte, de latere Ptolemaeus II, uitgehuwelijkt. Zij schonk hem twee zonen, waaronder de toekomstige Ptolemaeus III Euergetes, en een dochter. Na de terugkeer in Alexandrië van haar stiefmoeder en schoonzuster, Arsinoë II, werd zij, ca. 278, ervan beschuldigd met de generaal Amyntas en de arts Chrysippus een samenzwering tegen haar koninklijke gemaal beraamd te hebben. Zij werd naar Koptos, in Opper-Egypte, verbannen en stierf aldaar.



kop(2) Arsinoë II, dochter van Ptolemaeus I en van Berenice I, geboren ca. 316, werd ca. 298 de derde echtgenote van Lysimachus, koning van Thracië. Zij baarde hem drie zonen, Ptolemaeus, Lysimachus en Philippus. Zij oefende een grote invloed uit op de oude koning en wordt ervan verdacht hem aangezet te hebben tot de terdoodveroordeling, op grond van een beschuldiging van hoogverraad, van de erfprins Agathocles, zijn oudste zoon uit een vorig huwelijk. Tijdens de oorlog tegen Seleucus, die in zijn klein-aziatische gebieden was binnengevallen, sneuvelde Lysimachus te Corupedium, in Lydië (281). De aanstoker van deze oorlog, Ptolemaeus Ceraunus, halfbroeder van A., trachtte zich daarop van Thracië en Macedonië meester te maken en belegerde A. te Cassandria. Onmachtig tegenover haar militair verzet, stelde hij A. voor, haar te huwen en haar oudste zoon als erfgenaam van de kroon te erkennen. Zodra hij echter in de stad was binnengedrongen liet hij haar twee jongste kinderen vermoorden. A. en haar zoon Ptolemaeus wisten te ontvluchten. Zij begaf zich eerst naar Samothrace, en in 279 naar Egypte. Nadat A. I, vermoedelijk door haar toedoen, uit de hoofdstad verwijderd was, huwde zij haar eigen broer, Ptolemaeus II. Zij nam een belangrijk aandeel aan de regering, droeg de diadeem en werd op de munten afgebeeld. Nog vóór haar dood werd zij als Θεὰ Φιλάδελφος 'broederminnende godin' het voorwerp van een in Egypte en de koloniën wijd verspreide cultus. Te Canopus had zij een heiligdom, waar zij als A.-Aphrodite werd vereerd. Na haar dood (270) besliste de koning dat de belasting van 16,66% op de opbrengst van de wijngaarden en de fruitbomen, die voorheen aan de egyptische tempels betaald werd (ἀπόμοιρα), voortaan zou dienen tot het bekostigen van genoemde staatscultus.



kop(3) Arsinoë III, dochter van Ptolemaeus III en Berenice II, vergezelde haar broer Ptolemaeus IV Philopator, toen hij in 217 vC te Raphia slag leverde tegen Antiochus III van Syrië en moedigde voor de strijd de soldaten aan. Later huwde zij hem en in 210 baarde zij de toekomstige Ptolemaeus V Epiphanes. Terwiji haar man zich met zijn bijzit Agathoclea aan allerlei losbandigheid prijsgaf, voerde zij een deugdzaam en verborgen leven. Zij werd in 203 vermoord. Hun beider dood werd geheim gehouden, totdat Sosibius een vals testament had vervaardigd, dat hemzelf, Agathoclea en haar broer Agathocles tot regenten aanstelde voor de onmondige Epiphanes.

(4) Arsinoë IV was de zuster van Cleopatra VII. Zij werd tijdens de alexandrijnse oorlog door de bevolking van de hoofdstad als koningin erkend.


Lit. Ptolemaeus. Grace Harriet Macurdy, Hellenistic Queens (Johns Hopkins Univ. Stud. in Arch. 14; Baltimore 1932). - U. Wilcken (PRE 2, 1277-1289). M. T. Marabini Moevs (EAA 2, 686-688).


Lijst van Namen