Sichem (hebreeuws šekem, 'nek'; grieks Συχεμ),
oude stad ten oosten van het moderne Nabloes, op
de plaats van de puinheuvel tell balāta.
De naam is te danken aan de ligging
in het bergland tussen de Ebal en de Gerizzim
als een nek tussen twee schouders. Reeds de
Amarna-brieven maken melding van de stad als
een knooppunt van handelsverkeer. Blijkens de vermeldingen
in het OT had S. als godsdienstig centrum
een oude traditie (Gn 12,6; 33,20 en 34). Volgens
Joz 24 sloot het volk Israel in S. een verbond,
waarbij het op zich nam alleen JHWH te dienen.
De stad speelde in de geschiedenis van Israel verschillende malen een rol: volgens Joz 20,7 was het een priesterstad; Abimelech werd hier tot koning gekroond (Ri 9); Rehabeam zou er als koning uitgeroepen worden, maar werd door zijn ontactische optreden de aanleiding tot de rijksscheuring (1 Kg 12). Omdat de Samaritanen hier een belangrijk centrum hadden gevestigd, werd S., evenals hun tempel op de Gerizzim, in 128 vC door Johannes Hyrkanus I verwoest. De Romeinen bouwden op die plaats een nieuwe stad met de naam Flavia Neapolis, die in het tegenwoordige Nabloes (arabisch nābulus) nog voortleeft.
In de ruïneheuvel zijn belangrijke opgravingen verricht
door Sellin, De Liagre Böhl, Welter en Steckeweh,
tussen 1913 en 1934. Tussen 1956 en 1964
werkte er een amerikaanse expeditie onder leiding
van G. E. Wright. Op grond van de archeologische
gegevens kan de geschiedenis van de stad vanaf de
tijd van de Hyksos (begin 2e millennium vC) in
hoofdlijnen vrij nauwkeurig beschreven worden. De
Kanaänieten bouwden ca. 1600 vC een kolossale
stadsmuur, een burcht en een tempel. Uit die tijd
werd een interessant kalksteentablet gevonden met
proto-alfabetisch schrift.
Lit. E. Nielsen, Schechem. A traditio-historical investigation
(Diss. Aarhus, Kopenhagen 1955, ²1959). G. E. Wright, Shechem.
The biography of a biblical city (New York 1964). S.
H. Horn, Shechem. History and excavations of a Palestinian
city (JbEOL 18, 1965, 284-306; met een uitvoerig verslag van
de duitse en amerikaanse opgravingen). G. E. Wright, Shechem
(in D. W. Thomas, Archaeology and OT Study, Oxford
1967, 355-370).
[Beek]