Tanis, griekse vorm (Τάνις) van D'n.t, koptisch
Caane, assyrisch Sa3nu, hebreeuws Sō'an, huidig
arabisch San (el-Hagar), oudegyptische stad in het
oosten van de Delta. T. wordt
voor het eerst vermeld in het Reisverhaal van Wenamon,
kort voordat zij onder
Smendes de residentie
van de 21e dynastie werd. Na opgravingen door
Mariette in 1860 en volgende jaren en door W. M.
Flinders Petrie en F. Ll. Griffith (1883-1885) werd
de stad zeer grondig onderzocht door P. Montet.
Zijn voornaamste resultaat bereikte hij met de ontdekking
van het ongeschonden graf van
Psusennes
samen met de graven van koningen en andere
personages van de 21e en 22e dynastie. Montet was
overtuigd, evenals Mariette en Brugsch, dat
Avaris,
de hoofdstad van de Hyksos, hier gelegen had
en hij werd hierin door Gardiner en Junker bijgevallen.
Hij localiseerde hier ook Per-Ramses, de nieuwe
residentie van
Ramses II. Toen M. Hamza echter
in 1930 een paleis en andere bouwwerken van
deze vorst te Qantïr ontdekte werd zijn identificatie
van deze plaats met Per-Ramses door velen aanvaard.
Na de 21 opgravingscampagnes (1929-1956) van P.
Montet te T. werd het werk in 1965 en volgende
jaren hervat onder de leiding van J. Yoyotte. Van
1966 tot 1969 en opnieuw na 1975 werden opgravingen
ondernomen, door een oostenrijks team onder
de leiding van M. Bietak, te Tell ed-Dab'a. Het
staat thans vast dat hier een Hyksos-stad, ongetwijfeld
Avaris, gelegen heeft. Later was zij het zuidelijke
deel van Per-Ramses, waarvan Qantir, 2 km hoger
gelegen, de noorderwijk vormde. T. werd eerst
vanaf ca. 1100 vC gebouwd met materialen die de
tanitische en libische vorsten uit Per-Ramses en
waarschijnlijk vanuit het gehele land hierheen lieten
brengen.
Lit. W. M. Flinders Petrie, T. 1-2 (London 1885-1888). P. Montet, Les nouvelles fouilles de T. (Paris 1933). Id., T. Douze années de fouilles dans une capitale oubliée du Delta égyptien (ib. 1942). Id., La nécropole royale de T. 1-3 (ib. 1947-1960). Id., Les énigmes de T. (ib. 1952). Id., Le lac sacré de T. (ib. 1966.). Gardiner 2, 171-175, 199-201. J. von Beckerath, T. und Theben (Ágyptische Forschungen 16, Glückstadt 1951). H. Kees, T. Ein kritischer Überblick zur Geschichte der Stadt (Nachrichten Akad. Wiss. Göttingen, Philosophisch-historische Klasse 1944, 145-182).
Voor de recente opgravingen van T. en van Tell ed-Dab'a zie J.
Leclant, Fouilles et travaux en
Égypte et au Soudan in de opeenvolgende
jaargangen van Orientalia 3 vv, 1968vv. [Vergote]