Psusennes, naam van twee egyptische koningen van de 21e, de z.g. tanitische dynastie. Ψουσέννης is de transcriptie van p3 sb3 h'(.w) n Niw.t 'de ster is opgegaan voor (of in?) de stad (Thebe)'.
(1) Psusennes I, zoon van koning
Smendes, regeerde te
Tanis
ca. 1054-1009 vC, terwijl Pinedjem, de hogepriester
van Amon te Thebe, die zijn souvereiniteit
erkende, feitelijk de macht in handen had in Opper-Egypte.
De ontdekking (door P. Montet, vanaf 1939-1940)
te Tanis van zijn ongeschonden graf, samen
met de graven van koningen en andere personages
van de 21e en 22e dynastie, heeft meer problemen
opgeworpen dan opgelost. Deze betreffen zijn familieverhoudingen,
voornamelijk zijn verhouding
tot Mutnedjemet (zijn moeder of zijn vrouw?) alsook
het bestaan van een zekere Neferkarē, die door
Manetho (Nefercherês) als koning wordt vermeld,
en die misschien de mederegent van P. is geweest.
Verder is van P. vooral bekend dat hij bouwwerken
liet uitvoeren aan de stadsmuren en de tempel van
Tanis.
(2) Psusennes II
was de laatste koning van de 21e dynastie
(984-950 vC). Een naamgenoot van hem, een afstammeling
van Herihor, was opperpriester te
Thebe. Het was waarschijnlijk P. II die, op verzoek
van een aanvoerder van libische huurlingen, Sjesjonk,
de latere stichter van de 22e dynastie, een
dodencultus inrichtte te Abydus voor diens vader
Nemrod, en hem al de ambten toevertrouwde, die
vroeger door Nemrod uitgeoefend werden.
Lit. Drioton/Vandier 512-517, 534-537, 557v, 565v, 668-670,
517-518. P. Montet, La nécropole royale de Tanis. 2. Les
constructions et 1e tombeau de Psousennès à Tanis (Paris
1951). P. G. Elgood, Later Dynasties of Egypt (Oxford 1951).
H. Kees, Das Priestertum im ägyptischen Staat vom Neuen
Reich bis zur Spätzeit. Mit Indices und Nachträgen (Probleme
der Ägyptologie 1; Leiden/Köln 1953-1958). K. A. Kitchen,
The Third Intermediate Period in Egypt (1100-650 B.C.)
(Warminster z.j. (1972)).
[Vergote]