Herihor

Herihor, eerste van de z.g. priester-koningen van Thebe. In de inscripties en afbeeldingen van de Chonsu-tempel te Karnak neemt deze eerste profeet van Amon, naarmate de bouwwerken vorderen, meer en meer de plaats in van Ramses XI, tot hij zelfs de koningstitulatuur aanneemt. Dit schijnt echter niet buiten de tempel te gebeuren. Een soort nieuwe era, de whm msw.t of 'Renaissance', die in documenten uit die tijd voorkomt en waarvan het jaar 1 overeenstemt met het jaar 19 van Rarnses XI, dient waarschijnlijk in betrekking te worden gebracht met de stichting van een theocratie van Amon, krachtens dewelke H. in het zuiden feitelijk de macht uitoefende. Zoals blijkt uit het verhaal van de Avonturen van Wenamon (Egyptenaren, onderhield hij vriendschappelijke betrekkingen met Nesbanebded (Smendes), die vanuit Tanis het noorden bestuurde en die, na het verdwijnen van Ramses XI, ca. 1085 de 21e dynastie stichtte. H. is blijkbaar nog vóór Ramses XI gestorven. Twee van zijn afstammelingen, hogepriesters van Amon, namen zoals hij de koningstitel aan doch leefden in goede verstandhouding met de legitieme farao te Tanis.

dodenboek
Herihor bidt met zijn vrouw tot Osiris, uit het Dodenboek van Herihor, ca. 1070 vC

Lit. Vandier/Drioton 364-366; 381; 389; 565; 656. A. Gardiner, Egypt of the Pharaohs (Oxford 1961, 302-306). G. Lefebvre, Histoire des grands prêtres d'Amon de Karnak (Paris 1929, 185-221; 272-274). H. Kees, Herihor und die Aufrichtung des thebanischen Gottesstaates (Nachr. Ges. Wiss. Göttingen, Phil.-hist. Kl., 1936). Id., Das Priestertum im ägyptischen Staat vom Neuen Reich bis zur Spätzeit (Probleme der Ägyptologie 1; Leiden/Köln 1953). J. von Beckerath, Tanis und Theben (Ägyptologische Forschungen 16; Glückstadt 1951). [Vergote]


Lijst van Koningen