Teutonen (latijn Teutones of Teutoni), germaans
volk dat tot in de 2e eeuw vC in Jutland of Holstein
en bij de mond van de Elbe woonde. In de 2e eeuw
vC werden ze door stormvloeden uit hun woonplaatsen
verdreven, trokken samen met de naburige
Cimbren naar het zuiden en bereikten ca. 110 vC de
middenloop van de Rijn. Vervolgens vielen beide
volken, nadat andere, kleinere stammen zich bij hen
hadden aangesloten, Gallië binnen en drongen door
tot in de Provence. In 109 vC brachten ze, nadat
hun verzoek om toewijzing van land aldaar door de
senaat was afgewezen, een toegesneld romeins leger
onder Silanus een nederlaag toe. Andere successen
volgden. Op 6 oktober 105 slaagden de Cimbren en
T. erin een groot romeins leger bijna geheel te
vernietigen bij Arausio
(Orange), een slachting die grotendeels
te wijten was aan onenigheid tussen de romeinse
bevelhebbers, Quintus Servilius Caepio en
Gnaeus Mallius Maximus. Italië lag open voor de
Germanen - die overigens niet als zodanig door de
Romeinen herkend werden -, grote angst maakte
zich van Rome meester.
Lit. A. Franke (PRE 5A, 1171-1176). - L. Schmidt, Geschichte der deutschen Stamme. Die Westgermanen 1² (München 1938) 3-21. E. Schwarz, Germanische Stammeskunde (Heidelberg 1956) 43-45, 5463. [Nuchelmans]