De uitbarsting van de Vesuvius
De Vesuvius gezien vanuit Napels in het jaar 1944, vlak na de
grote uitbarsting
Alle vulkanische
verschijnselen kunnen zich dagenlang voordoen, wanneer
viskeus magma onder grote druk uit een groot, ondiep reservoir barst,
zoals bij de Krakatau en Santorini op
Thera is voorgekomen. Een Pliniaanse
aswolk schiet kilometers de lucht in, gloedwolken met een temperatuur
van ongeveer 500
graden Celsius razen van de hellingen
af en het omringende landschap wordt bedolven onder tientallen kubieke
kilometers vulkanisch
materiaal. Na zulke uitbarstingen stort de hele
vulkaan vaak in zijn eigen lege magmahaard (zie kleine tekening); het
resultaat
is een caldeira, een kilometers breed en meer dan een kilometer
diep bassin dat soms volloopt met zeewater of waarin zich
een meer kan
vormen. Bij de Vesuvius hebben deze verschijnselen ook plaatsgehad:
een enorme aswolk, die tot
Misenum reikte; gloedwolken die op de 1e dag
Herculaneum overvielen
en later ook
Pompeji;
de vulkaan stortte in zoals
op de foto boven te zien is; alleen heeft zich geen meer gevormd.