De Acropolis, de zogenaamde 'Heilige Rots'
is de belangrijkste plaats van de stad. In het gouden tijdperk van Pericles
was de oude Griekse beschaving op een ideale manier op de heuvel
vertegenwoordigd en enkele architecturale meesterstukken werden in die tijd
hier opgericht.
De eerste bewoning van de Acropolis dateert uit de Neolithische periode. De heuvel
werd voortdurend gebruikt als plaats voor de godsdienst en als woonplaats.
De inscripties op de talloze, kostbare offers aan het heiligdom van Athene
(marmeren korai, standebeelden van brons en aardewerk
en vazen) geven aan dat de eredienst van de stadspatrones al in de
Archaïsche periode (650-480 v.C.) plaatsvond.
In de Klassieke periode (450-330 v.C.) werden
drie belangrijke tempels gebouwd op de ruïnes van vroegere tempels:
de Parthenon, het Erechtheion en
de tempel van Nike, respectievelijkgewijd aan Athena Parthenos, Athena Polias
en Athena-Apteros Nike. De Propylaeën, de monumentale ingangspartij
tot het heilige gebied werd ook in deze tijd opgericht.
De monumenten op de Acropolis laten de achtereenvolgende tijdperken van de
geschiedenis van de stad zien. Sommige werden in Christelijke kerken veranderd,
huizen van de Franken en later van de Turken. Na de bevrijding van Athene van
de Turken was de bescherming, restauratie en conservering van de monumenten een
van de eerste taken van de pas-gevormde Griekse staat. Dit proces gaat nog steeds
door, maar nu op grote schaal begonnen in de jaren 70.
De eerste opgravingen op de heuvel vonden plaats tussen 1835 en 1837. Later
(1885-1890) werden de opgravingen systematischer aangepakt door Panagiotis Kavvadias.
De belangrijkste monumenten op de Acropolis zijn:
De Parthenon. Dit is het belangrijkste en meest karakteristieke monument
van de oude Griekse beschaving en vormt een internationaal symbool. Het
was gewijd aan Parthenos, de patrones van de stad Athene. Het werd gebouwd
tussen 447 en 438 v.C. en de versiering met beeldhouwwerken en reliëfs werd
in 432 v.C. voltooid. Het initiatief tot de bouw was genomen door Pericles;
de leiding over het hele werk had Pheidias, de beroemde Atheense beeldhouwer
(ook de maker van het Zeus-beeld in Olympia, een van de zeven wereldwonderen
van de oudheid), terwijl Iktinos en Kallikrates de architecten van het gebouw
was. De tempel is gebouwd in de Dorische stijl en bestaat bijna geheel uit
Pentelisch marmer. Het is een zogenaamde
peripteros,
met acht zuilen aan de smalle
kanten en zeventien aan de lange kanten. Hij geldt hiermee als klassiek van vorm:
8 x 2 +1 = 17. In het centrale deel van de tempel, de
zogenaamde cella, stond het beroemde cultusstandbeeld van Athene, door Pheidias
vervaardigd van goud en ivoor.
De decoratie van de Parthenon met beeldhouwwerken en reliëfs is een
unieke combinatie van de Dorische
metopen en
triglyphen op de entablatuur en de
Ionische fries op de muren van de cella. De metopen schilderen de Gigantomachie
aan de oostzijde, de strijd tegen de Amazonen aan de westzijde, de
Centauromachie aan de zuidkant en scènes uit de Trojaanse oorlog aan de noordkant.
De fries schildert de Processie van de Panathenaea, het belangrijkste
religieuze festival van het oude Athene. De scène loopt langs alle vier zijden
van het gebouw en bestaat uit de figuren van goden, dieren en ongeveer
360 mensen.
De twee timpanen van de tempel waren versierd met mythologische scènes: het
oostelijke timpaan, boven de hoofdingang, laat de geboorte van Athene zien
en het westelijke het gevecht tussen Athena en Poseidon om de naam van de
stad Athene.
De Parthenon behield zijn religieuze karakter in de volgende eeuwen en
werd veranderd in een Byzantijnse kerk, een Katholieke kerk en later in een
moskee.
De Turken gebruikten de Parthenon als een kruitmagazijn, toen de Venetianen,
onder Admiral Morosini, de Acropolis in 1687 belegerden. Een van de Venetiaanse
bommen viel op de Parthenon en veroorzaakte een geweldige explosie die een groot
deel van het monument verwoestte dat tot dan uitstekend bewaard was gebleven.
In het begin van de 19e eeuw nam de Britse ambassadeur in Constantinopel,
Lord Elgin, het grootste deel van de beeldhouwwerken en reliëfs
(fries, metopen, timpanen) mee naar Engeland en verkocht ze aan het
British Museum, waar ze nog steeds ten toon gesteld zijn en het belangrijkste
deel van de collectie vormen.
Het Erechtheion werd gebouwd ca. 420 v.C. in de Ionische bouwstijl. Het
heeft een prostasis aan de oostzijde, een monumentale propylon aan de noordzijde,
en de beroemde porticus van de Karyatiden aan de zuidkant. De hoofdtempel was
verdeeld in twee stukken, gewijd aan de eredienst van twee belangrijkste goden
van Attica, Athena en Poseidon-Erechtheus. Een fries, waarop waarschijnlijk de
geboorte van Erechtheus stond, versierde de buitenkant van het gebouw.
De Tempel van Athene Nike werd in ca. 420 v.C. gebouwd door de architect
Kallikrates. Hij is gebouwd in de Ionische bouwstijl. Het is een
amphiprostyle
met een rij van vier zuilen aan de voorkant. De fries aan de bovenkant van de
muren schildert de conferentie van de goden aan de oostkant en gevechtscènes
aan de andere drie kanten. Een marmeren borstwering versierd met de Nikai
(Overwinningen) in reliëf beschermde de rand van het Bastion waarop de
tempel was opgericht.
De Propylaeën. De monumentale ingangspartij van de Acropolis was
ontworpen door de architect Mnesikles en gebouwd in 437-432 v.C. Het gebouw
bestaat uit een middenstuk en twee zijvleugels. De colonnades langs de west-
en oostkant hadden een rij
Dorische zuilen,
terwijl twee rijen Ionische zuilen
de centrale corridor in drie stukken verdeelde. De muren van de noordelijke
vleugel waren versierd met beschilderde panelen of muurschilderingen; daarom
werd deze vleugel de "Pinakotheke" genoemd. Het plafond van de Propylaea had
beschilderde cassetten en een geperforeerde sima (=dakrand).