Chaeremon (Χαιρήμων), griekse eigennaam.
(1) Chaeremon,
griekse tragediedichter uit de 4e eeuw vC,
van wie negen titels, voornamelijk van saterspelen,
bekend zijn. Aristoteles achtte zijn stukken, waarvan
in 43 fragmenten ca. 75 regels bewaard zijn
gebleven, meer geschikt om voorgelezen dan om
opgevoerd te worden.
Lit. Fragmenten bij: A. Nauck, Tragicorum Graecorum
Fragmenta² (Leipzig 1889) 781-792. [Nuchelmans]
(2) Chaeremon van Alexandrië, stoïcijnse wijsgeer, hoofd
van het alexandrijnse Museum, hiërogrammateus,
lid van een gezantschap van Alexandrijnen bij
Claudius
en sinds ca. 50 nC leraar van
Nero. C.
schreef een boek over grammatica, een geschiedenis
van Egypte, een astrologisch werk en een boek
Ἱερογλυφικά, dat vermoedelijk door Horapollo gebruikt
werd. Van dit werk zijn enkele fragmenten
bewaard bij Porphyrius en Johannes Tzetzes.
Lit. Schürer 3, 536-538. H. R. Schwyzer,
Chairemon (Klassisch-Philologische
Studien 4, Leipzig 1932). C. Wendel,
Zum Hieroglyphen-Buche Chairemons (Hermes 75, 1940,
227-229). P. W. van der Horst, C. Egyptian Priest
and Stoic Philosopher. The fragments collected and translated with
explanatory notes (Leiden 1984).
[Vergote]