Hymenaeus (ὑμέναιος), bij de Grieken naam van het bruiloftslied dat gezongen werd terwijl de bruid van het ouderlijk huis naar dat van de bruidegom werd geleid. Oorspronkelijk was de h. onderscheiden van de ἐπιθαλάμιος, een lied dat gezongen werd voor de deur van het slaapvertrek der pasgehuwden.
Vanaf de 3e eeuw vC werden alle bruilofsliederen
ἐπιθαλάμιος in het latijn epithalamium, genoemd.
Uit de griekse literatuur is ons een (literaire) h. bewaard
gebleven in de 18e idylle van Theocritus
en bezitten we enkele fragmenten van de bruiloftsliederen
van Sappho, die door de alexandrijnse
geleerden in een afzonderlijk boek Ἐπιθαλάμιοι werden
verzameld. Bruiloftsliederen uit de latijnse literatuur
zijn onder meer de gedichten 61 en 62 van
Catullus,
Statius'
Silvae 1,2, de gedichten 10 en
25 van Claudianus, en 11 en 15 van Sidonius Apollinaris.
Lit. P. Maas (PRE 9, 130-134). - E. Mangelsdorff, Das lyrische
Hochzeitsgedicht bei den Griechen und Römern (Hamburg
1913). R. Muth, 'Hymenaios' und 'Epithalamion' (Wiener
Studien 67, 1954, 5-45).
[Nuchelmans]