Terpander (Τέρπανδρος) van Antissa op
Lesbus,
grieks musicus en dichter uit de eerste helft van de
7e eeuw vC. Hij was vooral werkzaam in
Sparta,
waar hij een muziekschool stichtte en in de 26e
Olympiade (676-673) op het feest van
Apollo Karneios
een prijs behaalde. Hij gaf aan de nomos,
het sololied ter ere van Apollo, zijn sindsdien traditioneel
gebleven structuur. Hij zou het aantal snaren
van de lier van vier (of vijf) tot zeven verhoogd hebben.
De verdere overleveringen aangaande zijn leven
en werken zijn als legendarisch te beschouwen.
Van zijn cultische koorliederen is heel weinig bewaard:
slechts een tweetal kleine fragmenten kan
met enige waarschijnlijkheid aan hem toegeschreven
worden.
Lit. Uitgaven: E. Diehl, Anthologia Lyrica Graeca 5 (Leipzig 1942)
1-3. D. Page, Poetae Melici Graeci (Oxford 1962) 362v. Met engelse
vertaling: J. W. Edmonds, Lyra Graeca 1 (Loeb Class. Libr., London
1922) 16-33. Met duitse vertaling: B. Snell/Z. Franyó,
Früh-griechische
Lyriker 4 (Berlin 1976) 14v. - W. Vetter (PRE SA, 785v).
- C.M. Bowra, Greek Lyric Poetry (Oxford 1961) 9-25, 130-134.
C.M. Stibbe, Sparta (Bussum 1969) 186-196. [Schreiner]