Nearchus

Nearchus (Νέαρχος) van Kreta, vriend van Alexander de Grote en deelnemer aan diens aziatische veldtocht. In 334 vC werd hij aangesteld tot satraap van Lycië en Pamphylië, vanaf 329 nam hij als chiliarch en vervolgens als vlootvoogd deel aan de operaties in Bactrië en Indië. Toen het leger in 325 de Indische Oceaan bereikt had, ontving N. de opdracht de zeeweg tussen de Indus en de Perzische Golf te verkennen, terwijl Alexander zelf over land trok. Deze taak volbracht N. met succes, waarvoor hij van de koning een gouden krans ontving. Na Alexanders dood (323) was hij in dienst van de diadochen Antigonus Monophthalmus en Demetrius Poliorcetes. Hij schijnt gesneuveld te zijn in de slag bij Gaza (312 vC).

N. schreef een levendig verslag van zijn ontdekkingsreis, dat ons vrij goed bekend is omdat Arriamus - in zijn Ἰνδική - en Strabo er rijkelijk uit geput hebben.


Lit. Testimonia en fragmenten bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen Historiker 2 B (Berlin 1929 = Leiden 1962) nr. 133. - H. Berve/W. Capelle (PRE 16, 2132-2154). - L. Pearson, The Lost Historians of Alexander the Great (New York 1960) 112-149. O. Seel, Antike Entdeckerfahrten (Zürich 1961). [Nuchelmans]


Lijst van Namen