Phraätes (Φραάτης), naam van vijf koningen der Parthen, allen behorend tot de dynastie der Arsaciden.
(1) Phraätes I, koning van 176-171, zoon en opvolger van
Phryapites.
(2) Phraätes II, zoon en opvolger van Mithridates I, regeerde
van 137 tot 128. Hij bracht in 129 vC de
syrische koning Seleucus VII Sidetes een zware
nederlaag toe, waarvan het Seleucidenrijk zich nooit
meer zou herstellen en die de Eufraat definitief tot
westgrens van het Parthenrijk maakte. P. sneuvelde
op een veldtocht tegen ontevreden scythische hulptroepen.
(3) Phraätes III, koning van 70 tot 57, zoon en opvolger
van Sinatruces. In de derde mithridatische oorlog
(73-63) tussen Mithridates VI
en de Romeinen bleef hij aanvankelijk neutraal, maar sloot spoedig
een gunstig verbond met Pompeius, waarbij de Eufraat
als parthische westgrens bevestigd werd. P.
werd vermoord door zijn zonen Orodes II en Mithridates.
(4) Phraätes IV,
zoon en opvolger van Orodes II, maakte
zich meester van de troon door zijn vader en 29
broers te vermoorden; hij regeerde van 37 tot
2 vC. In 36 vC dwong hij de romeinse veldheer
Antonius, die ver in Medië was doorgedrongen, tot
een smadelijke terugtocht. Van 32 tot 25 was P. in
een hevige troonstrijd gewikkeld met een zekere
Tiridates, die hem zelfs tijdelijk verdreef, maar tenslotte
uitgeschakeld kon worden. Om betere betrekkingen
met Rome te bewerken gaf hij in 20 vC
aan keizer Augustus de veldtekenen en de krijgsgevangenen
terug die de Romeinen in 53 bij Carrhae
verspeeld hadden.
(5) Phraätes V vermoordde zijn vader P. IV en regeerde
van 2 vC tot 6 of 7 nC. In de strijd om de bufferstaat
Armenië moest hij voor de Romeinen buigen.
Lit. N. C. Debevoise, A Political History of Parthia (Chicago
1938). [Nuchelmans]