Agoracritus (Ἀγοράκριτος) van Parus, griekse beeldhouwer uit de 2e helft van de 5e eeuw vC, leerling van Phidias. Van zijn werken is weinig met zekerheid bekend. Antieke bronnen schrijven aan A. het grote Nemesis-beeld van parisch marmer in de tempel van Rhamnus in Attica toe. Van dit beeld zijn het hoofd (thans in het British Museum) en fragmenten van de reliëfs op het voetstuk (in het Nationaal Museum te Athene) teruggevonden. A.' stijl is duidelijk verwant met die van de sculpturen van het Parthenon.
Sommigen zien in de Ceres van de Sala
rotonda van het Vaticaans Museum en in de Hera
Borghese te Kopenhagen kopieën van de Nemesis
van A. A. zou voor het heiligdom van Athene Ithonia
bij Chaeronea bronzen beelden van Athene en
Zeus hebben vervaardigd; de Athene-beelden van de
Villa Albani en van het Capitool-museum te Rome
zijn daarvan wellicht kopieën.
Lit. M. T. Marabini Moevs (EAA 1, 146-148). - H. Schrader,
Agorakritos (Wiener Jahreshefte, 22, 1940, 169-199). K. Schefold,
Agorakritos als Erbe des Pheidias (Freundesgabe R.
Boehringer, Tübingen 1957, 543vv).
[Nuchelmans]