Rhamnus (Ῥαμνοῦς), vestingstadje op de noordoostkunst van Attica, ca. 15 km ten noordoosten van Marathon. Van de muren en de torens van de vesting, die door de Atheners aangelegd werd om de zeestraat tussen Attica en Euboea te controleren, zijn nog aanzienlijke delen zichtbaar, welke uit de 5e en 4e eeuw vC dateren. Binnen de omwalling, die een grillige rechthoek van ca. 260 x ca. 180 m omsloot, zijn resten van een theater, een gymnasium (?), een raadhuis en woonhuizen gevonden.
Even ten zuiden van R. bevond zich op een terras
van 40 x 50 m een beroemd heiligdom van de godin
Nemesis.
Het middelpunt ervan was een ca.
435 vC uit pentelisch marmer opgetrokken dorische
tempel (23 x 11 m; 6 bij 12 zuilen), waarin het
kolossale, bijna 5 m hoge cultusbeeld, een werk van
Phidias'
leerling Agoracritus,
stond. Voor de
oostelijke ingang van deze tempel stond een groot
altaar, aan de zuidzijde werd hij geflankeerd door
een vermoedelijk nog uit de 6e eeuw vC daterend
tempeltje (10x6 m) ter ere van
Themis; hierin
werd in 1890 het grote Themis-beeld van
Chaerestratus
teruggevonden, dat zich thans in het
Nationaal Museum van Athene bevindt.
Uit R. was de redenaar Antiphon geboortig.
Lit. Pausanias, Periegesis 1, 33. - E. Kahrstedt (PRE 1 A, 139v). L. Vlad Borrelli (EAA 6, 600-603). Kirsten/Kraiker 174-176. - W. Plommer, Three Attic Temples (ABSA 45, 1950, 66-112). J. Pouilloux, La forteresse de Rhamnonte (Paris 1954). W. B. Dinsmoor, Rhamnountine Fantasies (Hesperia 30, 1961, 179-204). [Nuchelmans]