Marathon (Μαραθών), dorp aan de oostkust van
Attica, hemelsbreed ca. 25 km ten noordoosten van
Athene. Uit de myceense tijd dateren
koepelgraven met rijke bijgaven. De vlakte
van M. is vooral bekend door de overwinning die
de Atheners onder
Miltiades in september 490 vC
behaalden op de Perzen. De 10.000 Atheners, versterkt
met een contingent van 1000 Plataeërs,
kampeerden bij het heiligdom van Heracles op de
noordoostelijke uitlopers van de Pentelicon (thans
Agrieliki). Op aanraden van Miltiades ondernamen
zij ondanks een regen van pijlen een stormloop op
de Perzen over een afstand van 8 stadiën (1,5 km).
Waar thans de 9 m hoge atheense grafheuvel (σωρός)
staat, ca. 5 km ten zuiden van het moderne dorp
Marathona, raakten zij slaags. De beide vleugels der
Grieken forceerden een doorbraak en vielen vervolgens
het perzische centrum, dat aan de winnende
hand was, in de rug aan. Zij wisten echter niet te
verhinderen dat een groot gedeelte van de Perzen
de schepen bereikte en ontkwam.
Griekse opgravingen hebben in 1890 de atheense
grafheuvel blootgelegd, waaruit een groot aantal
zwartfigurige lecythen te voorschijn kwam. Bij
recent onderzoek in 1970 is het massagraf van de
Plataeërs blootgelegd met dezelfde ceramiek.
Herodes Atticus
werd geboren in M. en bezat er een
landgoed; vele van zijn familieleden werden er begraven.
Lit. Herodotus 6, 102-117. Pausanias, Periegesis 1, 32. - W. Wrede (PRE 14, 1426-1430). G. Bermond Montanari/E. Paribeni (EAA 4, 822v). - W. K. Pritchett, M. (University of California Publications in Classical Archaeology 4, 2, Berkeley/los Angeles 1960). Id., Studies in Greek Topography 1 (Berkeley/Los Angeles 1965). E. Vanderpool, A Monument to the Battle of M. (Hesperia 35, 1966, 93-116). Recente opgravingsverslagen van J. P. Michaud in Bulletin de Correspondance Hellénique 94, 1970, 919-924; 95, 1971, 837-840. [J. A. de Waele]