Praxiteles (Πραξιτέλης), naam van enkele griekse beeldhouwers. De bekendste is P. de zoon van Cephisodotus; hij stamde uit een familie van atheense beeldhouwers en ook zijn zonen, Timarchus en Cephisodotus, worden als zodanig vermeld.
Geboren ca. 390 vC, was hij werkzaam van 370 tot 320 vC, vooral in Athene, waar vele van zijn werken - overwegend in marmer - bewaard werden.
Hij gold als een van de beroemdste griekse beeldhouwers
en over zijn leven waren dan ook tal
van anekdotes in omloop, vooral wat betreft zijn
relatie met de hetaere Phryne.
Als de belangrijkste werken van P. kunnen worden
genoemd:
1. De Aphrodite van Cnidus, die van vele replieken
bekend is (o.a. Rome, Vaticaans Museum) en
van afbeeldingen op munten. Oorspronkelijk stond
dit cultusbeeld van Aphrodite Euphroia te
Cnidus
in een ronde tempel, waarvan de resten onlangs
aan het licht gebracht zijn; daar werd tevens een
door P. gesigneerde basis teruggevonden.
2. Een Apollo die op het punt staat een hagedis te doden, de z.g. Sauroctonus, was volgens Plinius (Naturalis historia 34, 70) van de hand van P. Ook hiervan bestaan een aantal kopieën, o.a. te Rome, in het Vaticaans Museum.
3. De Eros van Thespiae beschouwde P. volgens een antieke anekdote als zijn beste werk. Het beeld, dat bij een brand verloren ging, bestond in de 2e eeuw nC nog slechts in een door Menodorus vervaardigde kopie. Misschien is de Eros van Centocelle (Rome, Vaticaan) een repliek.
4. Als origineel geldt algemeen de Hermes met de
jonge Dionysus op zijn arm, die volgens Pausanias
in de tempel van Hera te Olympia stond, waar hij
ook werd teruggevonden; thans in het museum te
Olympia.
5. Op de basis van Mantinea, die het werk van P. was (Pausanias 8, 9, 1), zijn de Muzen en een fluit spelende Marsyas afgebeeld.
Op stilistische gronden worden voorts aan hem toegeschreven:
een wijnschenkende satyr (Dresden),
een satyr die uitrust (Rome, Vaticaan), de Aphrodite
van Arles (Parijs, Louvre), de Hermes van
Marathon (Athene, Nationaal Museum), de Artemis
van Versailles en die van Gabii (Parijs, Louvre);
deze laatste was misschien het cultusbeeld van Artemis
Brauronia. P. liet zijn beelden veelal beschilderen
door Nicias. Om zijn realisme wordt hij in
de antieke kunstkritiek op een lijn gesteld met
Lysippus,
ofschoon hij nog niet diens ontwikkelde
proportieleer toepast.
Lit. G. Lippold (PRE 22, 1787-1808). G. Becatti (EAA 6, 423-431).
- G. Rizzo, Prassitele (Milaan/Rome 1932). G. Lippold,
Griechische Plastik (Handbuch der Archäologie 3, 1,
München 191O) 234-243. Ch. Picard, Manuel de l'archéologie
grecque. La sculpture 4 (Paris 1954) 237-410. - C. Bliimel,
Der Hermes eines P. (Baden-Baden 1948). Chr. Blinkenberg,
Knidia. Beiträge zur Kenntnis der Praxitelischen Aphrodite
(Kopenhagen 1933). Th. Kraus, Die Aphrodite von Knidos
(Opus nobile 10, Bremen 1959). P. Gercke, Satyrn des P.
(Diss. Hamburg 1968). [J. A. de Waele]