Cnidus (Κνίδος), griekse stad in Carië, gelegen op
de westpunt van de z.g. dorische Chersonesus, het
lange schiereiland dat zich uitstrekt tussen de
eilanden Cos en
Rhodus. C. maakte
deel uit van de dorische hexapolis, waarvan het
Apolloheiligdom op de nabijgelegen kaap Triopium
het centrum was. Ca. 600 vC zond de stad kolonies
naar Lipara op Sicilië en naar het eilandje Corcyra
Nigra voor de dalmatische kust.Na de onderwerping
door Cyrus in 546 kwam C. in 500 in opstand;
van 478 tot 412 was het aangesloten bij de
attische
zeebond. In 394 bracht de Athener
Conon bij C. de
spartaanse vloot een verpletterende nederlaag toe.
Na 387 werd C. weer perzisch, vanaf 129 vC was
het een civitas libera van de romeinse provincie
Asia. Op de Peutinger kaart (foto rechts: midden) wordt C. Chidum genoemd.
Beroemd waren de lesche ('vergaderlokaal')
van de Cnidiërs te Delphi en de Aphrodite van C.
(Praxiteles). Uit C. waren geboortig de astronoom
Eudoxus
en de historicus
Agatharchides.
Van de antieke stad zijn nog resten van een tweetal
tempels en van de stadsmuren te zien.
Lit. H. A. Cahn, Knidos. Die Münzen des 6. und 5. Jahrhunderts
v. Chr. (Berlin/New York 1970).
[J.A. de Waele]