Pythagoras (Πυθαγόρας) van Rhegium,
griekse beeldhouwer en bronsgieter
uit de eerste helft van de 5e eeuw vC. P. was
blijkens een in Olympia
gevonden signatuur afkomstig
van Samos;
hij kwam, vermoedelijk ca. 494 vC,
naar Rhegium, waar hij als leerling van de beeldhouwer
Clearchus gold. Zijn creatieve periode kan
op ca. 480 tot 445 gesteld worden. Van Pythagoras'
oeuvre, dat vooral op Sicilië, in Magna Graecia en
later in Rome te zien was, kan men zich moeilijk een
juiste voorstelling vormen. Hij beeldde bij voorkeur
mannelijke figuren en speciaal atleten uit, zou volgens
Plinius (Naturalis historia 34,59) het eerst
spieren en aderen hebben weergegeven en veel aandacht
aan het haar besteed hebben, en volgens Diogenes
Laërtius (8, 46) zich bijzonder om ritme en
symmetrie, d.w.z. goede proporties, bekommerd
hebben. Van de door Plinius vermelde en als zeer
realistisch beschreven hinkende figuur, waarmee zeker
een Philoctetes
bedoeld wordt, heeft men in
de Torso Valentini (Rome, Palazzo Valentini) een
copie willen zien. Ook een discuswerper in de Ludovisi-collectie
van het romeinse Thermenmuseum en
een Perseus te Napels zouden replieken van zijn
werken kunnen zijn. Tenslotte heeft men in enkele
bronzen beeldjes, o.a. in de z.g. Epimetheus van
Dumbarton Oakes en in de z.g. atleet van Adernò
(Syracuse), echo's van zijn kunst menen te herkennen.
Lit. A. Rumpf (PRE 24, 305-308). P. Orlandini (EAA 6, 573-575).
Ch. Picard, Manuel d'archéologie grecque. La sculpture
2 (Paris 1939) 111-123. G. Lippold, Griechische Plastik (Handbuch
der Archäologie 3, 1, München 1950) 124-126. - A. de
Franciscis, P. di Reggio (Klearchos 2, 1960, 5-56). S. Lagona,
Pitagora di Reggio. Cronologia e identificazione delle opere
(Cronache di Archeologia e di Storia dell'Arte 6, 1967, 7-77).
[J. A. de Waele]