Dares

Dares (Δάρης), trojaanse priester van Hephaestus, wiens zonen Phlegeus en Idaeus in de Ilias (5, 9-29) Diomedes aanvallen. Op naam van deze D. stond in de latere oudheid een ooggetuigeverslag van de ondergang van Troje, een 'phrygische Ilias', waarvan een latijnse prozabewerking in 44 hoofdstukken bewaard gebleven is onder de titel Historia de excidio Troiae. In de voorrede draagt de bewerker, die zich met de naam Cornelius Nepos tooit, het werk op aan Sallustius Crispus. In werkelijkheid dateert de latijnse versie op zijn vroegst uit de 5e eeuw nC. De fantastische inhoud, die vrijwel op alle onderdelen in strijd is met het verhaal van de Ilias, genoot, evenals de Ephemeris belli Troiani van Dictys, in de middeleeuwen grote populariteit. Beide mystificaties vormden voor middeleeuwse auteurs als Josephus Iscanus (De bello Troiano), Benoît de Sainte-Maure (Roman de Troie), Jacob van Maerlant (Historie van Troyen), Konrad von Würzburg (Trojanerkrieg) en Herbort von Fritzlar (Liet von Troye)- aan wie Ilias en Odyssee niet bekend waren - de voonnaamste bron voor hun verhalen over de trojaanse oorlog. Het oudste handschrift van de Historia is een codex Parisinus (latinus 7906) uit de 9e eeuw.



Lit. Uitgaven: editio princeps Köln 1470. F. Meister, Daretis Phrygü De excidio Troiae (LeipPg 1873). - O. Rossbach (PRE 4, 2213v). - O. Schissel von Fleschenberg, Daresstudien (Halle 1908). [Nuchelmansl


mythen