Hephaestus

Hephaestus (Ἥφαιστος), griekse god van het vuur, van de smeedkunst en van het handwerk in het all gemeen, zoon van Zeus en Hera of door Hera alleen voortgebracht. H. was de smid van de goden en bezat een alvermogende kunstvaardigheid, die hij geleerd had bij Cedalion van Naxus. Zijn smidse bevond zich op het eiland Lemnus of onder werkende vulkanen; de Cyclopen stonden in zijn dienst.

Hij vervaardigde huisraad, wapens en sieraden (Harmonia) voor goden en halfgoden. In de strijd om Troje stelde hij zijn goddelijke vuur-kracht tegenover de goddelijke water-kracht van de riviergod Scamander.

hephaestus
Hephaestus maakt een schild voor Athene
In de twisten tussen zijn vader en moeder koos H. de partij van Hera. Daaraan had hij zijn mankheid te danken, want uit boosheid om de steun aan Hera slingerde Zeus hem uit de hemel (o.a. Ilias 1, 590-594). De god kwam na een dag vallen terecht op het eiland der Sintiërs, Lemnus. Volgens een andere traditie (o.a. Ilias 18, 395-399) was H. vanaf zijn geboorte mank en wierp Hera uit schaamte hem van de Olympus in de Oceaan, waar Thetis zich over hem ontfermde; uit dank voor die zorg smeedde hij later de wapenrusting van Thetis' zoon Achilles. H. nam later wraak op zijn moeder door een troon met onzichtbare ketenen voor haar te vervaardigen. Hera, die hier niets vermoedend op ging zitten, werd eraan vastgeklonken. Dionysus moest H. naar de Olympus terughalen om de ketenen los te maken. Hoewel hij de lelijkste van de olympische goden was, werden H. de schoonste vrouwen toegedacht: een van de drie Chariten (Charis of Aglaia) en Aphrodite. Toen deze laatste hem bedroog met Ares, wist de kunstvaardige H. het schuldige paar in een net te vangen.

Een van de meesterwerken van H. was Pandora, een vrouwengestalte door hem uit klei vervaardigd. Voorts verleende H. Zeus handlangersdiensten om Prometheus aan de rotsen van de Caucasus te klinken; hij bood ook de helpende hand bij de verlossing van Athene uit het hoofd van Zeus, van wie hij de schedel kliefde.

De belangrijkste zonen van H. waren Erichthonius, een van de stamvaders der Atheners, en de schurk Periphetes, die door Theseus gedood werd. H. is hoogstwaarschijnlijk een god van kleinaziatische herkomst. Via de griekse steden van Klein-Azië werd zijn eredienst ook hier en daar in het griekse moederland ingevoerd; in Athene werd ca. 450 vC aan de westzijde van de agora de nog bestaande H.-tempel gebouwd, het z.g. Theseum.

H. werd afgebeeld met een werkmansmuts op zijn hoofd en een of ander smidsgereedschap in de hand. Op de z.g.François-krater is zijn terugkeer, samen met Dionysus, naar de Olympus weergegeven; deze scène komt op veel vaatwerk voor (Cleophon).

Op een fraaie muurschildering uit Pompeji in het Museo Nazionale van Napels biedt H. Thetis de voor Achilles vervaardigde wapenrusting aan. De Romeinen identificeerden hun vuurgod Vulcanus met H.

Lit. Homerus, Ilias 1, 571-600; 18, 369-616; Odyssee 8, 266-366. - A. Rapp (Roscher 1, 2036-2074). L. Malten (PRE 8, 311-366). P. Arias (EAA 3, 231-235). - M. Delcourt, Héphaistos au la légende du magicien (Paris 1957). [Suys-Reitsma]



mythen