Lemnus (Λῆμνος), ca. 500 km² groot eiland in het
noorden van de Aegeïsche Zee, gelegen halverwege
de berg Athos en de Troas, thans Limnos geheten.
Het heuvelachtige eiland, dat
grotendeels uit lei en vulkanisch gesteente bestaat,
wordt door twee baaien in twee delen verdeeld,
waarvan vooral het oostelijke zeer vruchtbaar is.
L. was reeds in het 3e en 2e millennium vC dicht
bevolkt, waarvan italiaanse opgravingen sinds 1926
met name in Poliochni en Efestia op de oostkust
indrukwekkende getuigenissen aan het licht hebben
gebracht; in het bronzen tijdperk was het eiland
cultureel nauw verbonden met Troje
en Lesbus.
Als oudste, voorgriekse bewoners noemt Homerus de thracische Sintiërs, Herodotus (6, 131) en Thucydides (4, 109) Pelasgen en Tyrseners. Van een van dezen moet een in 1885 bij Kaminia ontdekte grafinscriptie stammen, die uit de 6e eeuw vC dateert en vermoedelijk in een met het etruskisch verwante taal is gesteld (IG 12, 8).
Vanaf de 8e eeuw vC werd L. gehelleniseerd, maar
of er vóór de 6e eeuw al Grieken woonden is twijfelachtig.
Tussen 520 en 500 veroverde Miltiades
vanaf de thracische Chersonesus het eiland voor
Athene, dat er een cleruchie
vestigde en in welks
bezit het met enkele onderbrekingen bleef tot ca.
200 nC. Van 404 tot 393 stond het onder Sparta,
van 318 tot 307 onder
Antigonus I, van 287 tot
281 onder Lysimachus,
van 201 tot 166 vC onder
Philippus V
en Perseus
van Macedonië. De belangrijkste
steden waren Myrina op de westkust, de
huidige hoofdstad, en Hephaestia op de noordoostkust.
Van L. waren de Philostrati afkomstig.
Vermaard was de lemnische eredienst van
Hephaestus
en die van diens (klein)kinderen de
Cabiren.
In sommige griekse sagen speelt L. een rol die
aan de voorgriekse tijd van het eiland herinnert:
Philoctetes,
Hypsipyle.
Lit. C. Fredrich (PRE 12, 1928-1930). L. Bernabo Brea (EAA 4, 542-545). Philipson/Kirsten 4, 224-232. - D. Mustilli, La necropoli tirrena di Efestia (Annuario Scuola Archeologica Atene 15/16, 1932/1933, 1942,1-278). L. Bernabo Brea, Poliochni, città preistorica nell'isola di Lemnos (Rome 1964). [Nuchelmans]