Vulcanus (ouder Volcanus), romeinse godheid van het verdelgende vuur, in tegenstelling tot Vesta, de godin van het huiselijke vuur. Of V. overgenomen is van de Etruriërs, is een omstreden kwestie. Sinds de 4e eeuw werd hij geïdentificeerd met de griekse vuurgod Hephaestus. V. werd in Rome al in de koningstijd vereerd. Zijn oudste heiligdom, het Vulcanal, stond op het comitium geheten gedeelte van het Forum Romanum. In de 3e eeuw vC werd een tweede V.-tempel gebouwd op het Marsveld. De eredienst was toevertrouwd aan de zorgen van de flamen Vulcanalis. Het aan V. gewijde feest, de Vulcanalia, werd gevierd op 23 augustus, waarschijnlijk om de in de schuren opgeslagen graanoogst te vrijwaren voor brand. Bij het offer werden door de omstaanders visjes en andere dieren in het vuur geworpen, hetgeen als een substituut voor mensenoffers geinterpreteerd kan worden. V. had geen eigen mythoiogie; wel gold hij als de vader van de vuurspuwende rover Cacus en soms van koning Servius Tullius.
In Vergilius' Aeneis smeedt V. een wapenrusting voor Aeneas (8,
369-453, 608-731), evenals
Hephaestus dat doet voor
Achilles in de Ilias. Ook de iconografie van V. is
geheel op die van Hephaestus geënt, bv. op de
wandschilderingen in Pompeji.
Overigens is met betrekking tot de functie(s) en de
cultus van V. nog veel duister.
Lit. G. Wissowa (Roscher 6, 356-369). W. Eisenhut (PRE Suppl. 14, 1974. 948-962). - G. Radke, Die Götter Altitaliens (Münster 1965) 343-347. [Nuchelmans]