Nepos

Nepos, latijnse biograaf. Cornelius Nepos (ca. 100-25 vC), wiens praenomen onbekend is, was afkomstig uit Noord-Italië (waarschijnlijk Ticinum, thans Pavia aan de Po), doch vestigde zich spoedig in Rome, waar hij zich geheel aan de literatuur wijdde en zich van politiek afzijdig hield. Tot zijn vriendenkring behoorden zijn gewestgenoot Catullus, zijn leeftijdgenoot Atticus en Cicero, met wie hij een briefwisseling onderhield. Van Nepos' vrij omvangrijk oeuvre is slechts weinig bewaard. Verloren gegaan zijn o.m. enkele erotische gedichten, een geografisch tractaat, uitvoerige levensbeschrijvingen van Cato en Cicero en 5 boeken Exempla, die merendeels historische anecdotes bevatten. Ook is niets over van de Chronica, een overzicht van de wereldgeschiedenis in 3 boeken volgens de romeinse tijdrekening, een werk, dat door Catullus die een van zijn dichtbundels aan N. opdroeg) zeer werd geprezen en dóor Atticus maar ook nadien nog veelvuldig door anderen is nagevolgd.

Wat ons rest van Nepos' werk stamt uit een serie biografieën, die hij naar grieks voorbeeld schreef onder de titel De viris illustribus (Beroemde mannen; in minstens 16 boeken). In deze aan Atticus opgedragen levensbeschrijvingen werden beroemde Romeinen en niet-Romeinen (voornamelijk Grieken) in telkens twee boeken naast elkaar behancleld. Aan de orde kwamen koningen, veldheren, redenaars, dichters, geschiedschrijvers en grammatici. Van de categorie der eminente buitenlandse aanvoerders (De excellentibus ducibus exterarum gentium) zijn 23 biografieën bewaard van niet-romeinse veldheren (op de Pers Datames en de Carthagers Hamilcar Barcas en Hannibal na allen griekse bevelhebbers); in de overlevering worden ze soms toegeschreven aan een Aemilius Probus. Uit de groep der historiografen bezitten wij voorts het leven van Atticus en de beknopte versie van dat van Cato Maior.

Als historicus schiet N. in menig opzicht tekort. Zijn werk bevat nogal wat onnauwkeurigheden op het gebied van chronologie en geografie. Bronnen worden weinig kritisch benut of onjuist weergegeven. Niet zelden is er sprake van overdrijving of effectbejag. De toon is vaak sterk moraliserend. Hiertegenover staan een eenvoudige en doorzichtige stijl en een levendige en (mede door het grote aantal pikante verhalen en anecdotes) onderhoudende verteltrant. Juist hierom en vanwege de vele ethische exempla is N., een van de voornaamste vertegenwoordigers van het genre van de biografie in Rome, in latere tijd generaties lang een geliefd schoolauteur geweest.


Lit. Uitgaven: Editio princeps Venetië 1491. Beste moderne edities: C. Halm/A. Fleckeisen, Corneli Nepotis quae supersunt (Leipzig 1871). E. O. Winstedt, Corneli Nepotis Vitae (Oxford 1904). H. Malcovati, Cornelü Nepotis quae exstants (Turijn 1964). Met franse vertaling: A.-M. Guillemin, Cornb lius Népos, Oeuvres² (Paris 1961). Met engelse vertaling: J. C. Rolfe, Cornelius N. (Loeb Class. Libr., London 1929). Met duitse vertaling: H. Faerber, N., Kurzbiographien und Fragmente (München 1952). Met commentaar: K. Nipperdey/ K. Witte, Cornelius N.11 (Berlin 1913 1962). M. Ruch, Cornelius Népos, Vies d'Hannibal, de Caton et d'Atticus (Collection Érasme 21, Paris 1968). - GRL 1, 351-361. - F. Leo, Die griechisch-römische Biographie (Leipzig 1901) Kap. 10. E. Jenkinson, N., An Introduction to Latin Biography, in T. A. Dorey ed., Latin Biography (London 1967) 1-15. [Brouwersl



Lijst van Auteurs