Titus Pomponius Atticus, romeins ridder (109-32 vC).
Hij woonde van 88 tot 65 in
Athene, niet alleen uit
liefde voor de griekse cultuur, maar ook om zich
verre te kunnen houden van de heftige partijstrijd
in het Rome van die dagen. In Athene werd voor
A. een standbeeld opgericht als dank voor bewezen
diensten, speciaal van financiële aard. Ook na zijn
terugkeer in Rome nam hij niet actief deel aan de
politiek; hoewel zijn sympathie uitging naar de optimaten,
stond hij ook met Caesar en
Octavianus op
goede voet.
Het huis van Atticus op de Quirinaal was een litterair centrum. Zijn rijkdom, die hij dankte aan uitgebreide bezittingen in Epirus en een grote erfenis, wist hij te vergroten door op te treden als bankier en uitgever. Met name heeft hij zich verdienstelijk gemaakt voor de uitgave van werken van Cicero, met wie hij in een vriendschappelijke verhouding stond. De tussen hen gewisselde brieven, lopend van 68 tot 44, heeft Atticus zorgvuldig bewaard. Soms werd hun goede verstandhouding enigermate verstoord door de moeilijkheden die Cicero's broer Quintus ondervond in zijn huwelijk met Atticus' zuster en die tenslotte op een echtscheiding uitliepen. Atticus was ook zelf als auteur werkzaam.
Hij schreef een Liber annalis (Kroniek), een
beknopte kroniek van Rome sinds de stichting van
de stad, en een boek in het Grieks over het consulaat
van Cicero. Bekend is ook de titel van een werk
Imagines, verzen bij beeltenissen van staatslieden.
Voor aanzienlgke vrienden stelde hij stambomen
samen. Al deze werken, inclusief zijn brieven aan
Cicero, zijn verloren gegaan.
Cornelius Nepos
stelde een bewaard gebleven levensbeschrijving
van zijn vriend Atticus samen. Deze
lovende biografie heeft ook nog lang na het terugvinden
van Cicero's aan Atticus gerichte brieven door
Petrarca de opvattingen over Atticus eenzijdig gunstig
beïnvloed. Pas in de laatste halve eeuw heeft zich,
mede door bestudering van deze brieven, allengs
een kritisch meer verantwoorde opinie gevormd,
al kan van een communis opinio nog niet gesproken worden.
Lit. R. Feger (PRE Suppl. 8, 503-526). GRL 1, 329-332, 479v.
- G. Boissier, Cicéron et ses amis (Paris 1865). A. H. Byrne,
Titus Pomponius Atticus. Chapters of a Biography (Diss.
Bryn Mawr, Pennsylvania 1920). H. Ziegler, Titus Pomponius
Atticus als Politiker (New York 1936). Uitgave met
franse vertaling: É. des Places, A. Fragments
(Paris 1977). [Diercks]