Polyphemus

Polyphemus (Πολύφημος), reusachtige, alleen-levende en mensenetende Cycloop, zoon van de griekse god Poseidon en de nimf Thoösa. Toen Odysseus tijdens zijn omzwervingen in het land van P. terechtkwam, sloot deze hem met twaalf makkers op in zijn hol en verslond drie paar van hen. Odysseus echter voerde het monster dronken, beroofde het met een gloeiend gemaakte paal van zijn oog en wist met de zes overgebleven makkers te ontsnappen. De razende P. riep de wraak van zijn vader over de vluchtende mannen af.

odysseus,polyphemus
Odysseus verblindt Polyphemus
Vooral het blindmaken van P. was, vanaf het begin van de 7e eeuw vC, een geliefd thema van de ceramiekschilders, later ook op wandschilderingen en mozaïeken; tot de oudste afbeeldingen van de scène behoren die op een argivische krater in het Palazzo dei Conservatori te Rome, op een proto-attische amfoor in het museum van Eleusis en een laconische drinkschaal in het Louvre. Een andere sage verhaalt van Polyphemus' liefde voor de nimf Galatea.

Lit. Odyssee 9, 187-566. Euripides, Cyclops. Theocritus, Idylle 11. Ovidius, Metamorfosen 13, 735-897. B. Sauer (Roscher 3, 2698-2712). K. Scherling (PRE 21, 1810-1822). P. Arias (EAA 6, 276-279). [Nuchelmans]


mythen