Polyphemus (Πολύφημος), reusachtige, alleen-levende en mensenetende Cycloop, zoon van de griekse god Poseidon en de nimf Thoösa. Toen Odysseus tijdens zijn omzwervingen in het land van P. terechtkwam, sloot deze hem met twaalf makkers op in zijn hol en verslond drie paar van hen. Odysseus echter voerde het monster dronken, beroofde het met een gloeiend gemaakte paal van zijn oog en wist met de zes overgebleven makkers te ontsnappen. De razende P. riep de wraak van zijn vader over de vluchtende mannen af.
![]() |
Odysseus verblindt Polyphemus |
Lit. Odyssee 9, 187-566. Euripides, Cyclops. Theocritus, Idylle 11.
Ovidius, Metamorfosen 13, 735-897. B. Sauer (Roscher 3, 2698-2712). K. Scherling (PRE 21, 1810-1822). P. Arias (EAA 6, 276-279). [Nuchelmans]