Odysseus (Ὀδυσσεύς naast deze door het epos gecanoniseerde vorm van de naam ook Ὀλυσσεύς, Ὀλυξεύς, Οὐλίξης; latijn Ulixes; nederlands ook Ulysses), legendarische achaeïsche held, vorst van Ithaca, hoofdpersoon van Homerus' Odyssee. O. stamde via zijn vader, Arcisius' zoon Laërtes, van Zeus, via zijn moeder, Autolycus' dochter Anticlea, van Hermes af. Volgens het epos Kupria en andere bronnen was echter Sisyphus zijn ware vader; deze zou Anticlea verleid hebben en het zwangere meisje aan Laërtes tot vrouw hebben gegeven. O. huwde Penelope, een dochter van Tyndareüs' broer Icarius; deze schonk hem één zoon, Telemachus. Toen Laërtes aftrad als vorst van Ithaca, de naburige eilanden en het tegenoverliggende vasteland, volgde O. hem op.
Toen de Achaeërs besloten hadden tot de gemeenschappelijke expeditie tegen Troje, trachtte O. zich cfaaraan te onttrekken door krankzinnigheid voor te wenden. Palamedes, die de opdracht kreeg om hem tot meegaan te dwingen en hem aantrof terwijl hij zijn land ploegde met een os en een ezel en zout in de voren zaaide, ontmaskerde de simulant door de jonge Telemachus voor de ploeg te werpen: O. bracht terstond de trekdieren tot stilstand. Op zijn beurt spoorde O. samen met Nestor Achilles op, die door zijn bezorgde moeder verborgen was tussen de dochters van Lycomedes op het eiland Scyrus. Voor de offering van Iphigenia haalde O. deze onder een vals voorwendsel naar Aulis.
In de Ilias Homerus) wordt O. geschilderd als een dapper strijder, die bovendien uitmunt door scherpzinnigheid en welsprekendheid. Hij bracht Chryseïs terug naar haar vader, maakte deel uit van het gezantschap naar Achilles, ging met Diomedes op nachtelijke verkenningstocht in het kamp der Trojanen; in de slag velde hij zeven Lyciërs om de dood van Tlepolemus te wreken, beschermde de gewonde Diomedes en doodde Socus, die hem zelf gewond had; tijdens de lijkspelen ter ere van Patroclus worstelde hij met de 'grote' Aiax in een onbesliste strijd, maar won van de 'kleine' Aiax bij het hardlopen.
Ook in de laatste fase van de strijd om Troje was O. zeer actief. Hij dekte Aiax bij de berging van het lijk van Achilles; diens goddelijke wapenrusting werd aan O. toegewezen, niet aan Aiax, die daarop zelfmoord pleegde. O. nam ook de trojaanse ziener Helenus gevangen, die hem de voorwaarden voor de verovering van Troje openbaarde; daarop haalde hij Neoptolemus van Scyrus en Philoctetes van Lemnus. Samen met Diomedes stal hij het Palladium uit de belegerde stad. Volgens sommigen zou hij ook de list van het houten paard bedacht hebben. Bij de verwoesting van de stad doodde O. Hectors zoon Astyanax en liet Priamus' dochter Polyxena offeren op het graf van Achilles.
Odysseus luistert naar de Sirenen |
Zowel in de Ilias als in de Odyssee is O. een veel sympathieker persoonlijkheid dan in de overige cyclische epen en bij de tragici Sophocles en Euripides; daar wordt hij niet zelden gekarakteriseerd als egoïstisch, vals, laf en wreed.
De avonturen van O. zijn in de oudheid ontelbare malen afgebeeld op vazenschilderingen. reliëfs en muurschilderingen. Bijzonder geliefd bij de beeldende kunstenaars waren de diefstal van het Palladium, de twist om de wapenrusting van Achilles (o.a. op een drinkschaal van Duris in het Kunsthistorisches Museum te Wenen, ca. 490 vC), het verblijf bij Circe (o.a. op een boeotische beker in het British Museum, ca. 400 vC), de blindmaking van Polyphemus (o.a. op een chalcidische amphora in het British Museum, ca. 530 vC, en op een laconische kylix in de Bibliothèque Nationale te Panjs, ca. 550 vC), de vlucht uit de grot van Polyphemus (o.a. op een attische krater in het Badisches Landesmuseum te Karlsruhe, ca. 510 vC), de vaart langs de Sirenen (o.a. op een attische stamnos in het British Museum, ca. 475 vC), de vrijermoord (o.a. op een attische beker te Berlijn, ca. 435 vC).
Lit. J. Schmidt (Roscher 3, 602-681). E. Wüst (PRE 17,
1905-1996). E. Paribeni (EAA 7, 1046-1051) [Nuchelmans]