Astyanax

Astyanax (Ἀστυάναξ, 'Beschermer der stad'). Deze naam gaven de Trojanen, om Hector te eren, aan diens zoontje Scamandrius. In de Ilias (6, 399-502) is A. aanwezig bij de ontroerende scène waarin Hector afscheid neemt van Andromache, die uiting geeft aan haar boze voorgevoelens met betrekking tot hun zoontje. In andere epen werd verhaald hoe deze in vervulling gingen. Volgens de Iliupersis werd A. na de val van Troje overeenkomstig het besluit der Achaeërs door Odysseus vanaf de stadsmuur te pletter geworpen (zo ook in de Troades van Euripides en Seneca), volgens de z.g. kleine Ilias bracht Neoptolemus hem reeds tijdens de bestorming van de stad om het leven. In een latere versie van de sage werd A. niet gedood, maar stichtte, volwassen geworden, een nieuw Troje.

Zowel de afscheidsscène als de wrede dood van A. hebben vele beeldende kunstenaars uit de Oudheid geïnspireerd. Op de meeste schilderingen op ceramiek wordt A. samen met koning Priamus door Neoptolemus gedood, bv. op een schaal van Brygus in het Louvre en op een attische hydria uit ca. 485 vC in het Museo Nazionale te Napels.

vaas
Rechtsboven heeft Neoptolemus Astyanax aan zijn been vast. Linksonder beschermt Athene Helena (midden) tegen haar man Menelaüs. Rechtsonder ligt Priamus, bedreigd door een Griek. (Roodfigurige kelkkrater uit Falerii, 400-350 vC, Villa Giulia Rome)

Lit. R. Wagner (PRE 2, 1866v). A. de Franciscis (EAA 1, 751v). [Nuchelmans]


mythen