Nestor (Νέστωρ), legendarische zoon van
Neleus en Chloris,
de enige die hun restte na een door Heracles aangericht
bloedbad, vader van o.a. Antilochus en
koning van Pylus in
Messenië. N. was bekend om
zijn hoge ouderdom, die hem niet belette als raadsman
en zelfs als strijder aan de trojaanse oorlog
deel te nemen. Volgens de Ilias (1, 250-252) had hij
twee mensengeslachten overleefd, wat waarschijnlijk
betekent dat hij ouder dan 60 was, maar door
lateren (Ovidius, Metamorfosen 12, 187v) dikwijls
uitgelegd werd als meer dan 200 jaar oud. Homerus
schildert hem als een praatvaar, gul met ongevraagde
adviezen en verhalen over eigen, vroegere heldendaden
(strijd tegen Heracles, en tegen de Epeeërs
in Elis) en sportprestaties. Naar huis teruggekeerd,
ontving N. later
Telemachus tijdens diens speurtocht
naar zijn vader Odysseus. In de beeldende
kunst komt N. weinig voor. Hiernaast staat Nestor op de oost-fries van het
schathuis van de Siphniërs (ca. 530 vC Museum in Delphi)
Lit. P. Weizsäcker (Roscher 3, 289-298). J. Schmidt
(PRE 17, 108-123). A. Rumpf (EAA 5, 431v). [Versnel]