Palladium (Παλλάδιον), in de griekse mythologie naam van het cultusbeeld van de godin Pallas Athene dat oorspronkelijk in het bezit van de stad Troje was en daar in de Athene-tempel op de burcht stond opgesteld. Het bezit van het P., dat uit de hemel gevallen zou zijn, waarborgde het voortbestaan van de stad. Volgens een traditie die niet in Ilias en Odyssee vermeld wordt, stalen de Grieken Odysseus en Diomedes het beeld uit de tempel en maakten daardoor de val van Troje mogelijk.
Over de lotgevallen van het P. na de verwoesting
van Troje bestonden vele uiteenlopende
verhalen: volgens sommige bleef het in het bezit
van Diomedes, volgens andere werd het aan
Agamemnon
geschonken, die het in Argos opstelde; de
atheense traditie vertelde dat Athene in het bczit
van het beeld was gekomen doordat de Athener
Demophon,
die aan de trojaanse expeditie
had deelgenomen, het van Diomedes in bewaring
had gekregen maar niet had teruggegeven. Volgens
de romeinse overlevering wist de Trojaan
Aeneas
het bij zijn vlucht uit de brandende stad mee te nemen
naar Italië, waar het later in de Vesta-tempel
op het Forum Romanum stond (Odysseus en Diomedes
zouden slechts een kopie buitgemaakt hebben).
Zo construeerde elke stad die daaraan behoefte
had, een aetiologische sage waarmee haar aanspraken
op het echte P. gestaafd konden worden.
Lit. L. Ziehen/G. Lippold (PRE 18, 2 (3), 171-201).
[Nuchelmans]