Agamemnon

drinkbeker
Agamemnon (links) neemt Briseïs mee. Rechts 2 herauten.
Agamemnon (Ἀγαμέμνων), legendarische koning van Mycene (en Argos?), zoon van Atreus en Aërope (volgens anderen van Plisthenes en Aërope), broer van Menelaüs. Nadat Atreus door zijn broer Thyestes en diens zoon Aegisthus vermoord was, vluchtten de beide prinsen naar Sparta, waar zij huwden met de dochters van koning Tyndareos, A. met Clytaemnestra, Menelaüs met Helena. Menelaüs erfde de troon van zijn schoonvader, A. verdreef zijn oom Thyestes van de myceense troon en breidde zijn macht zo uit (volgens de Ilias 2, 569-575 heerste hij ook over Corinthe, Cleonae, Sicyon en een deel van Achaia), dat de griekse vorsten hem in de oorlog tegen Troje het oppercommando opdroegen; zelf leverde hij 100 bemande schepen en hij leende er nog 70 aan de Arcadiërs. Vóór het vertrek uit Aulis werd hij gedwongen zijn dochter Iphigenia aan Artemis te offeren om wind te verkrijgen. Tijdens het beleg van Troje onderscheidde hij zich door een dapper gedrag, maar toonde zich bij tegenslag licht ontmoedigd. In het laatste jaar van de strijd weigerde A. de Apollo-priester Chryses de vrijkoop van diens dochter Chryseïs, tengevolge waarvan Apollo in het kamp de pest deed uitbreken. Toen zond A. Chryseïs aan haar vader terug, maar stelde zich schadeloos door de slavin Briseïs te ontnemen aan Achilles; deze weigerde daarop wrokkend verder aan de strijd deel te nemen (Homerus, Ilias). Na de val van Troje keerde A. naar Griekenland terug met in zijn gezelschap de trojaanse prinses Cassandra, zijn aandeel in de buit. Bij zijn thuiskomst (in Mycene, volgens anderen in Argos) werd hij vermoord door zijn neef Aegisthus met behulp van zijn ontrouwe echtgenote Clytaemnestra, die op hun beurt door A.'s zoon Orestes om het leven werden gebracht. Dit noodlottige levenseinde van de held, reeds in de Odyssee verhaald (3, 193-198; 4,514-537), vormde ook het thema van Aeschylus' beroemde tragedie Agamemnon en van Seneca's gelijknamige drama.

De kinderen van A. waren Iphigenia (of Iphianassa), Chrysothemis, Orestes en Electra (of Laodice).

A. werd op verschillende plaatsen van de Peloponnesus en Boeotië, ja zelfs buiten Griekenland, als heros vereerd; zijn graf bevond zich volgens de Ouden in Mycene of Amyclae.

De figuur van A. verschafte rijke stof aan alle beeldende kunsten. Vermelding verdienen o.a. een archaïsch reliëf uit Samothrace in het Louvre te Parijs ('A. gezeten op een troon; achter hem Epeius en Talthybius'), een attische scyphus van Hiero en Macro in het Louvre (ca. 490 vC,'A. voert persoonlijk Briseïs weg'), verschillende scènes op de fries van het grote altaar van Pergamum (Berlijn), een fresco in de Casa del Poeta Tragico te Pompeji ('Offer van Iphigenia'), een interessant mozaïek in het Landesmuseum te Trier ('Agamemnon met Leda en het ei van Leda, waaruit Helena geboren wordt') en de voorstellingen van de dood van A. op vele etruskische urnen.

Lit. K. Wernicke (PRE 1, 721-729). A. de Franciiscis (EAA 1, 129-131). E. Kalinka, Agamemnon in der Ilias (Wien 1943). [Nuchelmans]




mythen