Ammianus Marcellinus, romeins geschiedschrijver van welgestelde griekse afkomst, geboren ca. 330 te Antiochië. Als officier nam hij deel aan veldtochten in Italië en Gallië en aan die van keizer Julianus tegen de Parthen. Ca. 380 vestigde hij zich na reizen door Egypte en Griekenland te Rome, waar hij na 390 stierf. A. beschreef, in aansluiting op Tacitus, onder de titel Res gestae, de periode van keizer Nerva tot zijn eigen tijd (96-378) in 31 boeken. Hiervan zijn de boeken 14-31 bewaard gebleven, handelend over de door A. zelf beleefde jaren 353-378.
Van 96 tot 353 schijnt hij niet meer dan een vluchtige schets te hebben gegeven. Evenals Tacitus volgt A. de annalistische methode, maar hij is objectiever dan zijn grote voorganger en nauwkeuriger in zijn beschrijvingen van veldslagen en geografische situaties, al zijn de laatste vaak te omslachtig. In zijn geschiedwerk vervlecht hij biografieën van verschillende keizers, die terecht om hun meesterschap befaamd zijn. A. was heiden, maar nam ook tegenover het christendom een onpartijdige houding aan, waarvan hij zich zelfs door zijn bewondering voor Julianus apostata niet af liet brengen. Zijn latijn, immers niet zijn moedertaal, vertoont veel graecismen en is, overeenkomstig de geest van zijn tijd, overladen en sterk retorisch getint. Dat de laatste grote latijnse geschiedschrijver een Griek van geboorte moest zijn, is een symptoom van het verval der latijnse letteren in die dagen.
De belangrijkste handschriften van A.' werk zijn de
z.g. codex Fuldensis, thans Vaticanus latinus 1873,
en een codex Hersfeldensis, waarvan zich thans nog
slechts zes bladen in het staatsarchief van Marburg
bevinden; beide dateren uit het eind van de 9e of het
begin van de 10e eeuw.
Lit. Editio princeps van Angelus Sabinus (Rome 1474).
Beste uitgave van C. U. Clark, 1-2 (Berlin 1910-1915).
Uitgaven: W. Seyfarth/L. Jacob-Karau/I.
Ulmann, Ammiani Marcellini Rerum gestarum libri qui
supersunt 1-2 (Leipzig 1978). Tekst met engelse
vertaling van J. C. Rolfe, Ammianus Marcellinus 1-3³
(Loeb Classical Library, London 1956-1958). Met franse vertaling:
J. Fontaine/E. Galletier/G. Sabbah/M. Marié, Ammien
Marcellin, Histoires 1-6
(Paris 1968-1985). Met duitse vertaling: W. Seyfarth, A.M., Römische
Geschichte (Berlin 1968-1971).- C. U. Clark,
The Text Tradition of Ammianus Marcellinus (New Haven
1904). W. Seyfarth, Der Codex Fuldensis und der Codex E
des Ammianus Marcellinus. Zur Frage der handschriftlichen
Überlieferung des Werkes des letzten
römischen Geschichtsschreibers
(1962). W. Klein, Studien zu Ammianus Mareellinus
(Klio, Beiheft 13, 1914). W. Ensslin, Zur Geschichtsschreibung
und Weltanschauung des Ammianus Marcellinus (ib. 16, 1923).
E. A. Thompson, The Historical Work of Ammianus Marcellinus
(Cambridge 1947). P. de Jonge, Sprachlicher und historischer
Kommentar zu Ammianus Marcellinus XIV, 1-2 (Groningen
1935-1939). Id., Philological and Historical Commentary
on Ammianus Marcellinus XV, 1-2 (Groningen 1948-1953).
P. de Jonge, Philological and Historical Comment on A.M. XVI (Groningen
1972). Id., Id. XVII (ib. 1977). Id., Id. XVIII (ib. 1981). Id., Id.
XIX (ib. 1982). J. Szidat, Historischer Kommentar zu AM. Buch
XX-XXI 1-2 (Wiesbaden 1977-1981).K. G. Neumann, Ammianus Marcellinus und sein
Vorbild Tacitus (1955). C. P. T. Naudé, Ammianus Marcellinus
in die lig van die antieke geskiedskrijwing (Leiden 1956).
M. F. A. Brok, De Perzische exepeditie van keizer Julianus
volgens Ammianus Marcellinus (Groningen 1959).
G. Sabbah, La méthode d'Ammien Marcellin (Paris 1978). [Diercks]