Interrex

Interrex, 'tussenkoning', oorspronkelijk een magisstraat die bij de dood van de romeinse koning door de senaat uit de senatores patricii curules benoemd werd om voorlopig het gezag waar te nemen en candidaten voor het koningschap aan de comitia curiata voor te stellen.

Tijdens de republiek werd bij het ontbreken van consuls een interrex voor vijf dagen aangewezen. Deze benoemde zo nodig zelf zijn opvolger, totdat nieuwe consuls waren gekozen. De interrex moest patriciër en senator zijn. Hij oefende alle consulaire functies uit en werd geëscorteerd door twaalf lictoren. Het laatste ons bekende interregnum was dat na de dood van de consuls Aulus Hirtius en Vibius Pansa in 43 vC.


Lit. W. Liebenam (PRE 9, 1713-1720). - E. Herzog, Das Institut des Interregnums im System der römischen Staatsverfassung (Philologus 34, 1875, 497-515). Th. Mommsen, Römisches Staatsrecht 1² (Leipzig 1876) 624-638. [A. J. Janssen]


Register