Liber (Pater), oudromeinse en
ouditalische vruchtbaarheidsgod, wiens vrouwelijke pendant
en gezellin Libera was (vgl. Faunus en Fauna). Ter ere
van L. en Libera, wier oorspronkelijke functie niet
vaststaat, vierden de Romeinen op 17 maart de
Liberalia.
Van het ritueel van dit feest weten we
alleen dat op die dag met klimop bekranste vrouwen
in de straten van Rome honingkoeken (liba) verkochten,
die ze namens de koper op een draagbaar
kacheltje aan de beide goden offerden. Dat de
Liberalia graag uitgekozen werden om jongens met
de toga virilis
te bekleden, is waarschijnlijk het
gevolg van een woordenspel (Liber-liberi).
Reeds in de 6e of 5e eeuw vC werd L. vrijwel geheel
geïdentificeerd met de griekse god
Dionysus,
zowel wat zijn eredienst betreft als in de mythologie
en de kunst. Zo werd L. de god van de wqn en de
wijnbouw, In dezelfde tijd werd Libera vereenzelvigd
met Persephone-Kore;
zij gold voortaan als
een dochter van de met de griekse
Demeter
geïdentificeerde inheemse vruchtbaarheidsgodin
Ceres.
Volgens de traditie werd in 493 vC op grond van
grieks-sibyllijnse orakels op de Aventijn een tempel
ingewijd ter ere van de trias Ceres, Liber en Libera,
waar de eredienst waarschijnlijk vanaf het begin of
zeer spoedig geheel naar grieks voorbeeld plaats
had.
Lit. Ovidius, Fasti 3, 725-770. - W. Schur (PRE 13, 68-76).
G. Wissowa (Roscher 2, 2021-2029). - A. Bruhl, L. Pater.
Origine et expansion du culte dionysiaque à Rome et dans
le monde romain (Paris 1953). [Nuchelmans]