Luna, de romeinse maangodin, speelt in
de mythologie geen en in de cultus slechts een bescheiden rol
(heiligdom op de Aventijn, later ook op de Palatijn,
samen met Sol in de Circus Maximus). Enige betekenis
had L. literair door haar verwantschap met
Selene,
Diana en
Hecate, in religieus opzicht door haar
relatie met oosterse mysteries (Isis).
Lit. E. Aust (Roscher 2, 2154-2160). G. Wissowa (PRE 13,
1808-1811). - G. Chauvet, Sol et Luna (Angouleme 1916). M.
Eliade, Traité d'histoire des religions (Paris 1949) 142-167.
S. Lunais, Recherches sur la lune 1. Les auteurs latins
(Leiden 1979). [Sanders]