Mater Matuta, oude romeinse godin van groei en
rijping; haar naam is vermoedelijk verwant met
maturus, 'rijp'. De tempel van M.M.
op het Forum
Boarium zou gesticht zijn door koning Servius Tullius
en werd hersteld in 396 vC. Zeker zijn de Matralia
zeer oud; het feest, dat gevierd werd op 11
juni, behoorde tot de z.g. kalender van Numa.
Op deze dag baden de matronae univirae (vrouwen
die slechts eenmaal gehuwd waren geweest) voor de
puberteitsontwikkeling van hun kroost.
Met Matuta werd ook de godheid betiteld 'die iets
goeds had gedaan' (vgl. manus,'goed'); zo werd in
267 vC een tempel ter ere van Pales Matuta, in
197 vC een tempel ter ere van Iuno Matuta ingewijd.
Vanaf de 1e eeuw vC werd M.M. door sommigen
met de griekse, onder de naam Leucothea vergoddelijkte
Ino geïdentificeerd.
Het Etruskische beeld van Mater Matuta op de foto (Mus.Arch. van Florence)
dateert uit 5e eeuw vC en is afkomstig uit Chianciano.
Lit. G. Wissowa (Roscher 2, 2462-2464). W. Link (PRE 14,
2326-2329). - M. Halberstadt, M.M. (Frankfurt 1934). G.
Radke, Die Götter Altitaliens (Münster 1965) 206-209.
[Sanders]