De Tempel van Fortuna en Mater Matuta
Rond 1930 werd vlak bij het Forum Boarium een vierkanten fundament van
tufsteenblokken
gevonden met daarin de resten van twee cella's, twee grote
altaren, een ondergrondse kamer en schachten en bestratingen, die
een
tamelijk ingewikkelde stratigrafie hadden.
Onder de apsis van de Sant'Omobono werden resten gevonden van een
archaïsche tempel.
Dit is het oudste voorbeeld van een Etruskische tempel, die
dateert uit het midden van de 6e eeuw v.Chr. Al in de 7e eeuw stond
er een
altaar in dit gebied, vermoedelijk gewijd aan
Mater Matuta, van wie de cultus was
verbonden met het handelscentrum aan de rivier. Volgens de mythologie werd
Leucothea, een godin uit Thebe, samen met haar zoon Portunus door
waternimfen naar de monding van de Tiber gebracht en kreeg
ze de naam
Mater Matuta, de schutsgodin van zeelieden. Volgens de legende bouwde
Servius Tullius de tempel op diezelfde plek. De tempel
was vierkant en stond op een hoog tufstenen podium van twaalf meter
breed.
De toegang was bereikbaar via de trap aan de voorkant, die leidde naar een
pronaos met twee zuilen en een cella die was
verdeeld in twee alae
(zijvleugels). De tempel werd verwoest bij een brand; bij de herbouw
bouw in de tweede helft van de 6e
eeuw vC werd een contrapodium
toegegevoegd.
Het grootste deel van het terra-cotta en de stenen bedekking stammen
uit deze periode (geconserveerd in het Antiquarium Comunale in het Palazzo
Caffarelli). Voor de tempel stond een altaar van blokken tufsteen. Aan het
eind van de 6e eeuw, toen de Tarquinii
uit Rome waren verdreven,
werd de Tempel van Mater Matuta vernietigd. Begin 5e eeuw werden daar in de
buurt twee andere tempels gebouwd, elk met een eigen cella. De westelijke
tempel was gewijd aan Fortuna, de oostelijke aan Mater Matuta. Ze werden
in 213 v.Chr. bij een brand verwoest en aan het eind van de eeuw herbouwd.
Ten tijde van het Severische Huis werd een aantal tabernae toegevoegd.
In het midden zijn sporen aangetroffen van een boog, vermoedelijk de
Triomfpoort, waardoor de overwinningsparades marcheerden. Vanaf de
6e eeuw nC werden christelijke bouwwerken toegevoegd aan de tempel,
totdat hij in de 18e eeuw aan de heiligen Omobono en
Antonius werd gewijd.