Marcus Antonius Felix, vrijgelatene van keizer Claudius, broer van Pallas, eerst gehuwd met Drusilla, kleindochter van de triumvir Antonius, later met Drusilla, dochter van koning Herodes Agrippa I (de naam van zijn derde vrouw is niet bekend), landvoogd (52-59). In deze functie liet hij de hogepriester Jonathan vermoorden en onderdrukte hij verschillende opstanden. De vleiende rede van Tertullus (Hand 24,2-8) geeft een gunstig getuigenis over zijn bestuur, maar Tacitus (Annales 12,54: Historiae 5,9) veroordeelt zijn bewind in de scherpste bewoordingen.
Voor zijn rechterstoel moest
Paulus verschijnen;
later sprak Paulus met hem en Drusilla (24,
24-27). F. werd naar Rome teruggeroepen, door de
joden aangeklaagd, maar vrijgesproken (Ant. 20,8,
9).
Lit. Schürer 1, 571-579. [v. d.Born]