Gallio (gr. Γαλλίων = keltisch?; met Gallus samenhangend?), geboren omstreeks 3 vC te Cordoba in Spanje, heette oorspronkelijk Marcus Annaeus Novatus; hij werd geadopteerd door de retor L. Iunius G., naar wie hij zich Iunius Annaeus G. noemde. Zijn twee broers waren Seneca, de wijsgeer en opvoeder van Nero, en Marcus Annaeus Mela, een aardrijkskundige en vader van de dichter Lucanus. Alle drie werden door Nero gedwongen (G. omstreeks 66), door zelfmoord een einde aan hun leven te maken. G. doorliep de ambtelijke loopbaan: was vóór 58 consul, en in 65 senator. In Act 18,12-17 is hij proconsul van de romeinse provincie Achaia; dit wordt bevestigd door een in 1905 door E. Bourget gereconstrueerde inscriptie in Delphi, waarin G. door keizer Claudius 'Junius G., mijn vriend en proconsul van Achaia' genoemd wordt. Omdat de precieze datum van Claudius 26e imperatorische acclamatie niet bekend is, wordt de inscriptie verschillend gedateerd.
De meeste historici plaatsen haar in de eerste helft van 52, anderen een jaar later. Het gevolg daarvan is dat het proconsulaat van G. tussen april 51 en april 52 (Deissmann; Plooy; Rees: tussen juni en juni) of tussen mei 52 en mei 53 valt. Tijdens dit proconsulaat valt het verblijf van Paulus in Corinthe.
De Waele (Lit.) dateert Gallio's komst te
Corinthe in juni 51. Paulus werd kort daarna (hoogst
waarschijnlijk in de laatste maand van zijn verblijf)
door de joden bij G. aangeklaagd, maar deze ging
niet op de aanklacht in, omdat hij geen partij wilde
kiezen in joodse twisten op religieus gebied. Hij liet
zelfs toe dat Sosthenes, overste der synagoge, voor
zijn rechterstoel mishandeld werd. Deze houding van
G., die voornamelijk werd ingegeven door zijn ingeboren
romeinse afkeer van joden, maar ook door
het voorbeeld van zijn broer
Seneca, die in zijn
werken felle antisemitische invectieven inlast, heeft
aan de vrije prediking van het christendom een grote
dienst bewezen.
Lit. L. Hennequin (DES 2, 355-373). F. J. de Waele, Uit de geschiedenis van Korinthos in de dagen van Paulus (StC 1928, 166-168). Id., Ὁ ἀπόστολος Παῦλος εἰς τὴν Κορίνθον (Athene 1951, 348-353). W. Rees, Gallio the Proconsul of Achaia (Scripture 4, 1949, 11-20). [v. d. Born]