Marius en Sulla
Na de dood van van beide hervormers kwamen de legerleiders
aan de macht:
Marius en
Sulla.
Marius was een 'homo novus' (iemand zonder beroemde voorouders) en in
102 en 101 versloeg hij twee Germaanse volkeren,
de Cimbren en Teutonen,
die de Republiek bedreigden, en stond hij aan het hoofd van de 'demokratische'
volkspartij.

Aan het
hoofd van de senaatspartij stond zijn vroegere ondergeschikte,
Sulla,
een andere grote generaal. Hij marcheerde tegen Rome met zijn leger om
Marius en zijn volgelingen te verjagen. Het
was de eerste keer
dat een Romeins leger optrok tegen de Republiek.
De burgeroorlog tusen Marius en Sulla was vreselijk en
tenslotte vielen Rome en
Italië in handen van
Sulla die zijn tegenstanders elimineerde
met de beruchte proscriptielijsten
waarop de namen stonden van diegenen
die gedood moesten worden en wier bezittingen geconfisceerd moesten worden.
Op deze manier
stierven ook circa 5.000 onschuldige burgers.
Sulla was zo een voorloper van de latere keizers. In
79 v.C.
trok hij zich terug
uit de politiek en stierf een jaar later.