De hervorming van de Gracchen
De veroveringen veranderden de Romeinse maatschappij.
Aan de ene kant ontstond er enorme rijkdom,
aan de andere kant werden velen arm;
de Romeinen zijn vandaar te verdelen in twee groepen, de
patriciërs (rijke families) en
plebejers (arme mensen).
In
133 v.C. werd
Tiberius Gracchus tot volkstribuun gekozen en hij
stelde snel een akkerwet voor: iedereen die
ager publicus (staatsgrond) bewerkte
(of liet bewerken), kon niet meer dan 500 jugera land (ong. 125 hectare) 'bezitten';
de rest moest teruggegeven worden of in erfpacht gegeven worden aan arme burgers.
Rond Tiberius vormde zich een beslist demokratische
partij, die voornamelijk
bestond uit het plebs van de stad, uit kleine burgers en voor een deel uit adel
die de groei van
het aantal slaven wilde stoppen door de kleine eigenaar in
ere te herstellen. Maar dat was niet te realizeren omdat de maatschappij
op
dat moment in een grote ontwikkeling zat.
Tegen Tiberius kwamen de grootgrondbezitters in opstand, die in de
Senaat de meerderheid hadden.
Tiberius werd bij een schermutseling gedood en tegelijk werden 300 andere personen
gedood, die
daarna in de Tiber werden geworpen.
Maar het programma van Tiberius stopte niet, maar werd 10 jaar later overgenomen
door zijn
broer
Caius Gracchus,
die gekozen werd tot
volkstribuun in
123 v.C.
Hij was een van de grootste politici van Rome, een overtuigend en hartstochtelijk
redenaar en hij
begreep dat hij voor de aanval op de
Senaat
de steun van de
equites (ridders) moest hebben, waarvoor hij een wet
in stemming bracht die hen begunstigde.
Met een
tweede wet verlaagde hij de prijs van het graan zodanig dat de armeren
niet gedwongen waren om in dienst van de rijken te
gaan; hij liet ook de akkerwet
van zijn broer Tiberius goedkeuren.
Gracchus deed veel voor Rome: hij liet een fijn net van
wegen maken en stichtte
kolonies waar de boeren veel grond konden krijgen. Tenslotte stelde hij voor
het Romeinse burgerrecht
aan de Italiërs te geven.
Bij dit voorstel scheidden zijn aanhangers zich in twee groepen: veel plebejers
waren tegen. Op dit
moment kregen de senatoren eindelijk de kans Caius ervan
te beschuldigen een tiran te zijn en bij een opstootje werd ook hij
gedood.